Met minder dan 6 maanden te gaan voor de Franse presidentsverkiezingen, stijgt de TV-columnist en extreemrechtse auteur Eric Zemmour zo snel in de peilingen dat hij in sommige ervan zelfs op de tweede plaats staat. Hoe valt deze opkomst van een notoire racist, seksist, homofoob en anti-arbeider te verklaren? Hoe kunnen we een campagne opzetten om zijn haat te beantwoorden met een boodschap van solidariteit en een echt perspectief?
door Stéphane Delcros
De afgelopen jaren was er in Frankrijk een opmars van verdeeldheid en brutaal politiegeweld tegen vakbonden en sociaal protest in het algemeen, vooral tegen jongeren van allochtone afkomst. Het staatsracisme en de permanente stigmatisering van mensen met een migratie-achtergrond kenden een verdere opgang.
De ‘separatismewet’, de ‘wet van de globale veiligheid’, minister van Binnelandse Zaken Gérald Darmanin die in een televisiedebat Marine Le Pen op rechts voorbijsteekt, minister van Onderwijs Jean-Michel Blanquer die de mond vol heeft over ‘islamo-links’ De voorbeelden stapelen zich op van hoe Macron en zijn regering de verdeeldheid aanwakkeren. Als je de woede van zoveel lagen in de samenleving opwekt, is verdeeldheid noodzakelijk om gezamenlijk verzet te vermijden.
De opkomst van de TV-columnist
Zemmour verspreidt zijn reactionaire standpunten nu al jaren in de gevestigde media. Tussen zijn veroordeling voor het uitlokken van rassendiscriminatie in 2011 en zijn veroordeling voor het uitlokken van haat jegens moslims in 2018 is zijn discours nog radicaler geworden en het blijft dat ook doen. Zijn vertrouwen wordt opgeblazen door de sfeer van haat en verdeeldheid die door de autoriteiten in de hand wordt gewerkt.
Zijn succes illustreert eens te meer de totale mislukking van de strategie om ‘voor Macron te stemmen om extreemrechts tegen te houden’. Het is ook een uiting van het falen van links en de vakbonden om hun project op de agenda te krijgen. Zonder een sociaal antwoord dat aangepast is aan de ernst van de sociale crisis, creëren de besparingen en het asociale beleid van Macron een voedingsbodem voor frustratie en wanhoop, die nog meer vooroordelen en verdeeldheid in de hand werkt. De populariteit van Zemmour getuigt niet zozeer van grote steun voor zijn misselijkmakende ideeën. Het is een resultaat van een door het establishment in stand gehouden en versterkte sfeer van verdeeldheid gekoppeld aan het ‘frissere’ ‘anti-systeem’ imago van Zemmour, die los staat van alle partijen en het traditionele politieke wereldje.
Zemmour’s sterkste punt is niet Zemmour
Zemmour heeft zichzelf niet zo groot gemaakt, zijn succes is een resultaat van het beleid van het establishment. Extreemrechts gebruiken om de onmiddellijke belangen van de machthebbers te dienen, is een oude gewoonte in Frankrijk. De opkomst van het Front National in de jaren 1980 werd aangemoedigd door Mitterand om rechts te verzwakken. Na het verraad van het programma waarmee hij verkozen raakte, vreesde Mitterand de terugkeer van rechts. Dat het FN niet alleen rechts verdeelde, maar ook ontgoochelde PS-kiezers aantrok, had Mitterand niet verwacht.
Macron maakte nooit een geheim van zijn strategie voor een tweede ambtstermijn. Hij wil een basis van minstens 10% van de kiezers consolideren (wat neerkomt op 20% bij de verkiezingen gezien de lage opkomst) en vervolgens in de tweede ronde tegen Marine Le Pen de kaart van het ‘minste kwaad’ uitspelen. Na een ambtstermijn waarin er een grote bocht naar autoritarisme en versterking van het staatsracisme was, is deze strategie gevaarlijker dan ooit. Door het momentum voor Marine Le Pen en haar Rassemblement National te verzwakken, bewijst Zemmour een waardevolle dienst aan Macron. Maar dat is een wel erg gevaarlijke vlucht vooruit.
De arbeidersbeweging moet de microfoon uit de handen van rechts en extreemrechts halen
Jean-Luc Mélenchon van France Insoumise had gelijk dat hij zichzelf uitnodigde voor een tv-debat met Zemmour eind september. Het is al jaren dat rechts en extreemrechts in alle media aanwezig zijn zonder echt weerwoord.
Eindelijk kwam er een ander soort discours. In het debat beantwoordde Mélenchon de racistische haatzaaierij met wat hij de ‘creolisering’ noemde: een samenleving waarin culturen en afkomst steeds meer gemengd zijn en bijdragen aan een grotere collectieve rijkdom. Voor wie zich steeds verzet heeft tegen de heersende retoriek van verdeeldheid, was dit antwoord op extreemrechts voor een groot publiek zeer welkom, zelfs indien er uiteraard beperkingen zijn aan de benadering van Mélenchon.
De wortels van verdeeldheid bestrijden
Om racisme en haat te bestrijden, volstaat het niet om de waarde en de verrijking van het multiculturalisme te benadrukken. Het antwoord op Zemmour en co is ook en vooral sociaaleconomisch, om te reageren op de sociale wanhoop die de voedingsbodem vormt voor de opmars van racisme en verdeeldheid.
‘L’Avenir En Commun’, het programma van France Insoumise, waarvan midden november een nieuwe editie zal verschijnen, staat vol met uitstekende eisen die mensen kunnen verenigen rond solidariteit: een verhoging van het minimumloon (gewenst door 9 op de 10 Fransen), de herinvoering van de vermogensbelasting die door Macron is afgeschaft, de invoering van een belasting op crisisprofiteurs, een groot investeringsplan in openbare diensten (gewenst door 8 op de 10 Fransen), de terugkeer van pensionering op 60 jaar (gewenst door 7 op de 10 Fransen) …
Maar dit programma kan slechts op twee voorwaarden werkelijkheid worden. Enerzijds moet er in de bedrijven en op straat een krachtsverhouding opgebouwd worden rond de georganiseerde arbeidersbeweging. Anderzijds moet er een einde gemaakt worden aan de dictatuur van de markten, zodat het mogelijk wordt om de nodige maatregelen te financieren. De onteigening en nationalisatie van sleutelsectoren van de economie (waaronder in de eerste plaats de financiële sector, met name om de vlucht van het grootkapitaal te blokkeren) zou het mogelijk maken een planmatige aanpak van de vele sociale en milieuproblemen op gang te brengen. De “ecologische planning” in het programma van France Insoumise is een schuchtere stap in de goede richting.
Eenheid in strijd
De laatste jaren ontbrak het niet aan massabewegingen in Frankrijk. Na de enorme vakbonds- en sociale mobilisatie tegen de arbeidswet onder Hollande in 2016, volgden strijdbewegingen van het zorgpersoneel en in het openbaar vervoer, er waren de gele hesjes, de massale strijd tegen de pensioenhervormingen (één van de hevigste sociale conflicten sinds mei 1968!), jongerenprotest tegen seksistisch geweld, protest tegen racisme en politiegeweld, klimaatacties …
Deze recente massale mobilisaties moeten een inspiratie zijn. Ze verenigden ons in plaats van ons te verdelen. We moeten de strijd verderzetten en richten op meer verregaande sociale eisen die zich niet beperken tot wat aanvaardbaar is binnen de winstlogica van het kapitalisme. Zo kunnen we het vertrouwen opbouwen in revolutionaire hoop op verandering tegenover de contrarevolutionaire wanhoop. Onze strijd is gericht op een ander soort samenleving, een democratisch socialistische maatschappij waarin de technologische mogelijkheden en beschikbare middelen gebruikt worden in het belang van alle mensen en de planeet.