1985: reeks over schokkende periode toont gevaar van extreemrechts

Zwaar bewapende terroristen die schijnbaar willekeurig dood en vernieling zaaien. De reeks ‘1985’ brengt het verhaal van de ‘Bende van Nijvel’. Uiteraard gaat het om een geromantiseerde versie en wordt er hier en daar een loopje genomen met de feiten, maar de grote lijnen zitten wellicht dicht bij de werkelijkheid die nog steeds niet officieel erkend wordt.

Door Geert Cool

Begin jaren 1980 vielen officieel 28 doden bij gewapende overvallen die met de Bende van Nijvel in verband worden gebracht, wellicht waren er veel meer doden aangezien er meer feiten waren. Dit zorgde voor een schok en een gevoel van angst onder brede lagen van de bevolking. Mensen waren bang om naar de supermarkt te gaan, het personeel van de supermarkten was al helemaal angstig om te werken. Het willekeurige karakter van het geweld maakte dit nog erger. Onderzoek naar het geweld leverde niets op. Veertig jaar later is het duidelijk dat er wel degelijk een strategie achter het geweld zat, dat er meer feiten waren, dat er wellicht sprake was van verschillende daders en dat er banden waren met zowel extreemrechts als delen van het staatsapparaat. Hoe is het anders mogelijk dat de daders over dergelijk moderne wapens beschikten en hoe kan het anders dat de officiële onderzoeken nooit iets opleverden?

De reeks legt een verband met de groep Diane en de extreemrechtse militanten rond Paul Latinus en zijn Westland New Post. Recent werd Beijer opnieuw ondervraagd. WNP-lid en Hitler-fan Madani Bouhouche is officieel overleden, maar de crematie gebeurde voor de Belgische onderzoekers zijn DNA konden controleren…  In een kranteninterview werd Bouhouche ooit naar de Bende gevraagd. Zijn antwoord: “Het is natuurlijk erg, die 28 mensen die door de Bende zijn vermoord. Ik vind het zelf ook vreselijk. Maar elk jaar sterven er nog zo veel meer mensen in het verkeer. Blijven ze dààr zo over doorzeiken?” Latinus kwam om door een ‘zelfmoord’ die technisch wellicht niet mogelijk was. Al deze figuren werden in verband gebracht met wapendiefstallen, militaire trainingen en gewelddadige operaties. Het ging niet om figuren in of buiten de marge van de maatschappij, ze genoten een aanzien in kringen van het establishment.

Het alomtegenwoordige racisme en de invloed van extreemrechts binnen de rijkswacht gingen gepaard met een bewuste strategie om de ‘communistische dreiging’ te stoppen. Dit gebeurde niet toevallig op een ogenblik dat het volledige systeem in crisis kwam. De recessies van midden jaren 1970 en begin jaren 1980 zorgden voor een explosie van de werkloosheid en massale sociale onrust. Dit was bovendien kort na de revolutionaire explosies van mei 1968 in Frankrijk, waar niet alleen de studenten protesteerden maar ook miljoenen arbeiders het werk neerlegden in een van de grootste stakingen uit de Franse geschiedenis. In België waren er de vrijdagstakingen van 1977 en bleef de sociale onrust aanhouden, onder meer met een sterke beweging in de openbare diensten in 1983. In Frankrijk kwam Mitterand aan de macht met de belofte om de banken en sleutelsectoren te nationaliseren. In een toenemende polarisatie met een opgang van sociale onrust probeerden delen van het staatsapparaat en extreemrechts om een ‘sterke staat’ te vestigen. Toen het gevaar van omverwerping van het kapitalisme geweken leek, onder meer door de bocht van Mitterand die toegaf aan de chantage van het kapitaal en overging tot besparingen maar ook door het verzwakken van de Sovjet-Unie waar de stalinistische dictatuur in een doodlopend straatje van achteruitgang zat, was het enthousiasme voor een ‘sterke staat’ – lees: een politiedictatuur – in de kringen van de burgerij en het staatsapparaat bekoeld.

Dat er banden waren tussen extreemrechtse terroristen en delen van het staatsapparaat lijkt niet langer betwist te worden. Er waren overigens precedenten. Denk maar aan de moord op de communistische voorman Julien Lahaut die het aangedurfd had om ‘Vive la république’ te roepen bij de eedaflegging van koning Boudewijn. Die moord werd gelinkt aan netwerken als ‘Gladio’, zogenaamde stay-behindnetwerken van gewapende militanten die onder de radar de communistische dreiging bestreden. De banden tussen dergelijke netwerken en extreemrechts waren steeds nauw. Het onderzoek leverde evenmin iets op. Pas 65 jaar na de feiten kwam er enige duidelijkheid die wees op de zogenaamde ‘strategie van de spanning’.

De werkwijze en de doelstellingen tonen het gevaar van extreemrechts. Vandaag doet extreemrechts zich graag voor als ‘anti-establishment’, maar dat dient enkel om stemmen te winnen. Sommigen rekenen voor de strijd tegen racisme en zelfs tegen extreemrechts op de overheid. De reeks ‘1985’ toont de beperkingen daarvan: uiteindelijk is het staatsapparaat de gewapende arm van het kapitaal. Als het establishment extreemrechts kan gebruiken voor zijn politieke agenda, dan aarzelt het niet om dat te doen. Onvoorzichtige elementen als Latinus worden zonder problemen uitgeschakeld als dit nodig geacht wordt, maar hoeveel extreemrechtse militanten konden nadien gewoon de draad terug opnemen? Hoeveel politici die banden met deze kringen hadden, bleven gewoon op post? Zo werd al eens gewezen op banden tussen Westland New Post en de christendemocratische politicus en ex-premier Vanden Boeynants die dicht bij de extreemrechtse kringen van zijn partij stond.

‘1985’ mag niet louter als een reeks over ver vervlogen tijden gezien worden. Racisme blijft sterk aanwezig binnen het staatsapparaat: vorige week nog begon een proces tegen 29 politie-agenten in Antwerpen wegens racisme. Maar meer algemeen toont ‘1985’ ook hoe het kapitalisme in tijden van polarisatie niet aarzelt om alle mogelijke middelen waarover het beschikt in te zetten. De spelregels van de burgerlijke democratie zijn daarbij ondergeschikt aan de doelstellingen. Uiteindelijk komen die doelstellingen neer op het verdedigen van de belangen van het kapitaal, inclusief de belangen van de gewapende arm van het kapitaal. Het systeem kan hierbij steeds rekenen op de reservetroepen van extreemrechts.