VB wil besturen. Opsmuk van extreemrechts monster maakt het niet aanvaardbaar

VB-voorzitter Van Grieken kon zonder enige publieke kritiek vanuit zijn partij Dries Van Langenhove aan de deur zetten. Die werd eerder door Van Grieken binnengehaald op een ogenblik dat Van Langenhove sterk in de belangstelling stond en jongeren rond zich organiseerde. Ondertussen werd duidelijk dat Van Langenhove teveel avonturier is om zich aan partijdiscipline te onderwerpen. Daar zijn zowel neofascisten als carrièristen met een sterke bestuursdrang gevoelig voor.

door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist

De exit van Van Langenhove werd volgens een in Het Nieuwsblad aangehaalde ‘anonieme partijtopper’ sinds september voorbereid, niet toevallig na de ophef over het neonaziconcert van de IJzerwake (Frontnacht) en de uitspraak van Van Langenhove dat een experiment van “etnische zuiverheid” een goed idee was. Van Grieken kan het voorstellen als een noodzakelijke stap om zijn partij aanvaardbaar te maken voor bestuursdeelname, indien niet op regionaal dan toch op lokaal vlak. Van Grieken toont dat hij baas in eigen partij is, maar ook dat hij vooral kijkt naar wat de traditionele media en partijen ervan zeggen. Dat is een tweesnijdend zwaard voor een partij die teert op de afkeer tegen het establishment.

Van Langenhove en Van Grieken hielden de schijn van goede verstandhouding overeind. Maar zodra Van Langenhove als ‘activist’ mensen rond zich begint te organiseren, zal de zoektocht naar controverse en publiciteit onvermijdelijk leiden tot verdere escalatie. Dat zit in de aard van het beestje dat zich niet kan neerleggen bij een plaats in de schaduw. De impact van allerhande complottheorieën zal dit niet temperen. Van Langenhove dreigt van ‘driest naar erger’ te gaan. Elke stap naar een eigen organisatie zou al gauw concurrentie zijn voor het VB, wat Van Langenhove in Vlaams-nationalistische kringen kwalijk zal genomen worden. Met zijn elitaire en asociale benadering is een stabiele electorale positie niet evident, maar zelfs een actiegroep naar het model van het Franse Génération Identitaire is dat niet. Die Franse groep werd in 2019 ontbonden na gewelddadige incidenten.

De exit van Van Langenhove heeft het Vlaams Belang niet veranderd. Na Van Langenhove zijn er nog Dewinter en Van Rooy, merkte N-VA-schaduwvoorzitster Zuhal Demir op in een poging om de prijs voor het ‘aanvaardbaar worden’ verder op te voeren. Dit houdt geen steek: het Vlaams Belang is gebouwd op een neofascistische kern die teruggaat tot de collaboratie met het nazisme en tot de extreemrechtse knokploegen na de oorlog. Het is niet omdat Van Grieken zijn eigen verleden als straatvechter angstvallig toedekt, dat hij anders zou zijn. Pogingen om de ranzigheid van extreemrechts af te schrapen, zijn zinloos: onder elke laag zit er nog een. Van Grieken haalde Van Langenhove destijds zelf binnen nadat een spraakmakende reportage van Pano de neonazistische toestanden bij Schild & Vrienden voor een breed publiek bekend maakte.

N-VA wil de stemmen voor het Vlaams Belang gebruiken om het eigen politieke gewicht te vergroten. Tegelijk zet het de deur verder open voor coalities op lokaal vlak in 2024. De N-VA probeert de discussie te beperken tot de vraag wie bij het VB ‘aanvaardbaar’ is en wie niet, met als uiteindelijke conclusie in oktober 2024 dat het met de lokale vertegenwoordigers ‘nog meevalt’.

Antifascisten mogen niet in die val trappen. Wat al dan niet aanvaardbaar geacht wordt, hangt niet in het minst af van het protest ertegen. De antifascistische acties tegen de meetings met Dewinter in Antwerpen en Gent eind vorig jaar maakten dit nogmaals duidelijk. Het groeiende protest tegen het neonaziconcert Frontnacht in augustus in Ieper was er eveneens een voorbeeld van.

De dreiging van extreemrechts is vandaag groter, zeker op electoraal vlak maar we weten dat elke versterking van electoraal zelfvertrouwen ook op andere terreinen effect heeft. Deze dreiging leidt tot hernieuwde vragen over een antifascistisch antwoord erop. Er is nood aan straatprotest en georganiseerd verzet tegen extreemrechts.

Daarin staan we sterker met een benadering die inbeukt op de grootste zwakte van extreemrechts: het gebrek aan actieve steun voor hun echte agenda van asociaal beleid. Het valse ‘sociale imago’ weerleggen, niet alleen in woorden maar ook in strijd, moet centraal staan in een consequent antifascistische benadering. De kwestie van eisen en programma wordt dus belangrijker. Daarom is het ook belangrijk om afstand te houden van die delen van het establishment die ongetwijfeld oprecht gekant zijn tegen fascisme en extreemrechts, maar tegelijk door hun asociale beleid de voedingsbodem ervan versterken.