50 jaar na de Anjerrevolutie staat extreemrechts terug op in Portugal

Het extreemrechtse Chega scoorde in de Portugese verkiezingen begin maart. Acht jaar bewind door de Socialistische Partij (PS) is op een mislukking uitgedraaid. De sociaaldemocratie leverde het land over aan de kapitalistische rovers en weigerde haar verantwoordelijkheid te nemen in de antifascistische strijd.

door Clément T (Luik) uit maandblad De Linkse Socialist

Om de opkomst van extreemrechts te begrijpen, is het nodig om de situatie in het land te analyseren. Dat is een basis om het gesprek aan te gaan over hoe we met een antikapitalistische en socialistische strategie extreemrechts kunnen stoppen nu we de 50ste verjaardag vieren van de Anjerrevolutie. Die revolutie in 1974 maakte een einde aan de dictatuur van Caetano, de opvolger van Salazar. De werkende klasse wierp het regime omver en dwong grote sociale hervormingen af in alle onderdelen van de samenleving. We kunnen lessen trekken uit die antifascistische massabeweging voor de strijd voor een andere samenleving zonder kapitalistische uitbuiting en onderdrukking.

Het resultaat van deze verkiezingen kwam niet uit de lucht vallen. De PS van António Costa was acht jaar aan de macht, waarvan twee met een absolute meerderheid. Onder deze regeringen was er een achteruitgang van de levensstandaard en de arbeidsomstandigheden. In 2023 was er een koopkrachtverlies van 5,5% ten opzichte van 2021. De armoedecijfers stegen met 7,6% op een jaar tijd. Daarbij komt nog de huisvestingscrisis. Die werd verergerd door het cadeau van de regering aan de huisbazen die dit jaar de huurprijzen met 7% mogen verhogen, zelfs indien het huurcontract een dergelijke eenzijdige verhoging verwerpt.

Verder zijn er de enorme crisissen in het stelsel van de nationale gezondheid en in het onderwijs. Beide sectoren zijn het slachtoffer van opeenvolgende besparingen en meer algemeen van een chronisch gebrek aan middelen.

In 2019 was er de grootste aanval op het stakingsrecht sinds 1974 en het einde van de dictatuur. Zo werd minimale dienstverlening ingevoerd, met soms tot 100% van de dienstverlening die moet gegarandeerd worden. De politie en het leger worden ingezet om stakersposten op te breken en zelfs om stakers te vervangen. Er zijn gerechtelijke aanvallen op nieuwe vakbonden en stakers worden vervolgd.

De radicale linkerzijde is niet afwezig in het politieke landschap. Het is nochtans niet radicaal-links dat profiteert van het pro-kapitalistische beleid van de PS. Het Linkse Blok (Bloco de Esquerda) en de Portugese Communistische Partij (PCP) maakten geen gebruik van de parlementaire zwakte van de PS om de druk op te voeren via massamobilisaties. Ze speelden evenmin een leidende rol in het organiseren van de sociale woede. In naam van de ‘sociale vrede’ en om de PS-regering te verdedigen tegen een terugkeer van rechts aan de macht, probeerden de vakbondsleiders van de CGTP (geleid door de PCP) en de verantwoordelijken van zowel het Bloco als de PCP de strijdbaarheid in te perken. Het resultaat was precies het tegenovergestelde van wat ze vreesden: rechts en extreemrechts wonnen de verkiezingen door in te spelen op het ongenoegen onder de bevolking.

Chega: waakhond van de gevestigde orde

In al die jaren van crisis, sociaal en politiek geweld, kon extreemrechts zich opbouwen. Nu haalde Chega maar liefst 50 zetels in het parlement. De directe erfgenamen van Salazar haalden in 2019 slechts 1,3%. In 2022 was dat al 7,2% en nu 18,1%.  

Zoals overal vindt extreemrechts een voedingsbodem op sociaal onbehagen. Het stemt zijn retoriek af op diegenen die het zwaarst door de crisis worden getroffen. Chega beloofde loonsverhogingen (vooral voor de politie), belastingverlagingen en een minimumpensioen op het niveau van het minimumloon. Het geld hiervoor wil Chega halen door de opvang van vluchtelingen te stoppen, evenals door 420 miljoen euro te schrappen uit de financiering van ‘genderideologie’. Chega bedoelt daarmee het schrappen van de verhoging van de kinderbijslag, het afbouwen van gratis kinderopvang, afschaffing van gratis openbaar vervoer voor minderjarigen en van de solidariteitsuitkering voor ouderen. Chega rijdt voor de rijkste families van Portugal en krijgt steun van zakenlui die goed weten wie hun belangen verdedigt.

De traditionele partijen hebben het extreemrechts gemakkelijk gemaakt. Ze vormden opeenvolgende regeringen die hetzelfde beleid van uitbuiting en onderdrukking voerden, terwijl de top niet naliet om de eigen zakken te vullen. Een groeiend aantal corruptieschandalen maakt dat duidelijk. Dit verdiept het wantrouwen in alle instellingen en het opent de weg voor het minimaliseren van de hernieuwde openlijke aanwezigheid van fascistische en extreemrechtse krachten in het land. Het aantal geregistreerde racistische en queerfobe misdrijven in Portugal nam in 2023 met 38% toe. In februari was er in Lissabon een racistische fakkeltocht “tegen de islamisering van Europa”, waarbij sommige betogers hakenkruizen droegen. De politie liet begaan. Gelukkig was er een tegenbetoging die kon verhinderen dat de extreemrechtse optocht naar volkswijken met een groot aantal migranten zou trekken.

Terug in het offensief

Het resultaat van deze verkiezingen is een waarschuwing dat de vakbonden en de linkerzijde de illusie van een ‘beter beheer’ van het kapitalisme beter laten varen om een programma van offensieve sociale eisen te koppelen aan een strategie van strijd om te voorkomen dat extreemrechts verder kan groeien.

De leider van ‘gematigd’ rechts is aangesteld als premier en probeert nu een minderheidsregering te vormen, die rekening zal moeten houden met extreemrechts. Het zal een zwakke en instabiele regering zijn, waartegen moet gestreden worden. Dat kan de basis vormen voor een links alternatief voor en door de werkende klasse. Een alternatief gebaseerd op sociale bewegingen en de georganiseerde arbeidersbeweging, niet op de achterkamers van de gevestigde instellingen.

Offensief antifascisme zoals tijdens de Anjerrevolutie

Alternativa Socialista Internacional, onze Portugese zusterorganisatie, schreef: “In dit jaar van de 50e verjaardag van de revolutie, is het nuttig om eraan te herinneren dat de verworvenheden van de werkenden voortkomen uit de mobilisatie van 1974-75. De soldaten weigerden de koloniale oorlog voort te zetten en kozen via vergaderingen en comités de kant van de arbeiders. De arbeiderscomités en de vakbonden dwongen via stakingen en bezettingen loonsverhogingen af alsook de nationalisatie van de banken en strategische sectoren van de economie. De latifundia werden bezet door de landarbeiders. Wijkcomités gingen over tot het bezetten van leegstaande huizen en zelforganisatie om een einde te maken aan de realiteit van sloppenwijken en om betaalbare woningen te bouwen. Leerkrachten en campagnes voor de alfabetisering bouwden aan gratis en algemeen toegankelijk openbaar onderwijs. Zorgpersoneel begon met de opbouw van gratis gezondheidszorg en de uitbreiding ervan naar het hele land.” 

De Anjerrevolutie duurde iets meer dan anderhalf jaar. In die tijd werd aangetoond dat de werkende klasse zich kan mobiliseren om de samenleving in handen te nemen en te reorganiseren op socialistische basis. Er werd echter ook een prijs betaald voor het ontbreken van een revolutionaire partij en een strategie om volledig te breken met het kapitalisme. Het revolutionaire proces werd hierdoor gericht op een ‘democratisering’ van de kapitalistische uitbuiting.

De Portugese waarschuwing voor Franstalig België 

Tot nu toe was Portugal een van de weinige landen in Europa waar extreemrechts grotendeels afwezig bleef. De verkiezingen van maart hebben daar verandering in gebracht. Chega werd de derde politieke kracht van het land. Dit is een waarschuwing die ernstig moet genomen worden in Franstalig België. Vanop enige afstand kan Wallonië het laatste dorp van onoverwinnelijke antifascistische Galliërs lijken. 

Er zijn natuurlijk belangrijke verschillen tussen Portugal en Franstalig België. De netwerken van de dictatuur verdwenen niet volledig na de Anjerrevolutie. Veel van de nostalgische aanhangers van Salazar zochten hun toevlucht tot ‘gematigd’ rechts of bleven discreet op de achtergrond. De snelheid waarmee extreemrechts zich kan ontwikkelen, blijft echter opvallend. We mogen er niet van uitgaan dat Wallonië of Brussel immuun zijn voor iets soortgelijk. 

Het ongenoegen en onbehagen als gevolg van de vele sociale problemen, het falen van het traditionele beleid en de angst voor de toekomst zijn ook bij ons bekend. De partij Chez Nous probeert zich in Wallonië te vestigen en krijgt daarbij enorme steun van het Rassemblement National uit Frankrijk en het Vlaams Belang. N-VA dient Waalse lijsten in en kondigde aan dat de gekende extreemrechtse figuur Drieu Godefridi lijsttrekker wordt. Die stak zijn sympathie voor Zemmour in Frankrijk nooit onder stoelen of banken. Mogelijk zal extreemrechts voor het eerst sinds lang Franstalige verkozenen halen. Als links er niet in slaagt om een echt alternatief te vormen, is een Portugees scenario helaas niet uitgesloten.