Rechterhand Van Grieken heeft “nazimentaliteit”

Niet alleen de oude generatie van extreemrechts is ‘aangebrand’. Ook de huidige partijleiding is in hetzelfde bedje ziek. Zo bracht De Standaard op 25 mei een portret van Tom Vandendriessche, Europees parlementslid en als ‘ideoloog’ stilaan de rechterhand van voorzitter Van Grieken. Wij kennen hem sinds zijn eerste stappen als extreemrechtse scholier in Brugge midden jaren 1990. Opmerkelijk aan het portret van De Standaard is hoe voormalige medestanders allemaal de “reputatie” van Vandendriessche bevestigen.

Voormalig VB-parlementslid Tanguy Veys over de redenen waarom Vandendriessche in 2004 niet werd opgepikt door toenmalig voorzitter Vanhecke: “Iedereen kende de zéér extreme reputatie van Vandendriessche, om niet te zeggen een nazimentaliteit. Toenmalig voorzitter Frank Vanhecke kwam zélf uit Brugge. Vanhecke was geen doetje, maar dát vond hij te riskant. Wat ik bedoel? Vandendriessche dweepte met het nationaalsocialisme. Hij was een pure antisemiet. En hij toonde dat ook graag. Niet in het publiek, natuurlijk, maar wel in eigen kring. Ik herinner me bijvoorbeeld nog een Zwarte Cantus in Brugge – dat is er een met meer Duitse liederen – waarop hij de theelichtjes voor zich schikte in de vorm van een hakenkruis. Ik kan niet begrijpen dat zo’n figuur tot de inner circle van Tom Van Grieken behoort. Want ik ben er ook van overtuigd dat zijn overtuigingen niet veranderd zijn.”

In 2018 werd Veys uit het VB gezet na een conflict in zijn lokale afdeling. Dat verklaart waarom hij openlijk uit de biecht klapt nadat hij jarenlang samen met Vandendriessche optrok. Het leverde hen een blijvende herinnering op in de vorm van een gerechtelijke veroordeling wegens slagen en verwondingen aan een linkse student die in 2000 werd aangevallen aan studentenrestaurant De Overpoort in Gent.

Vandendriessche werd als scholier actief in het Brugse NJSV (Nationalistisch Jongstudentenverbond), de scholierenafdeling van NSV. Hij liet meteen van zich horen met een gewelddadige campagne tegen andersdenkenden. Onder het voorzitterschap van Vandendriessche was er een heuse terreurcampagne in Brugge. Een protestactie tegen de rol van Shell in Nigeria werd letterlijk uit elkaar geslagen. Een dichte medestander van Vandendriessche ging zelfs zo ver dat hij een granaataanslag op zichzelf pleegde om Blokbuster te beschuldigen. In dezelfde periode verspreidde het Brugse NJSV stickers met slogans als “Revisionisme is geen misdaad” (revisionisme is het ontkennen van de holocaust), werd graffiti met nazi-symbolen aangebracht en verschenen er oproepen tot geweld tegen militanten van Blokbuster en de voorloper van LSP.

Tegenover de escalatie van geweld en intimidatie organiseerden we in februari 1997 een nationale betoging tegen fascistisch geweld in Brugge. Dit duwde extreemrechts terug in het defensief, waarbij zelfs de VB-leiding enige afstand moest nemen van de eigen gewelddadige jongeren.

Als student in Gent botste het grote ego van Vandendriessche binnen NSV. Na enige omzwervingen nam hij het oude KVHV in handen om er de club van te maken die onder meer Schild&Vrienden zou voortbrengen en meetings houden met seksistische haatspraak zoals die van Jeff Hoeyberghs. De basis daarvoor legde hij met controversiële meetings in Gent waarvoor hij onder meer Jean-Marie Le Pen en David Duke van de Amerikaanse KKK uitnodigde. Steevast benadrukte Vandendriessche het zogenaamde ‘elitaire’ karakter van KVHV. In pak en das met een glas champagne in de hand, keken hij en zijn bende neer op het gepeupel.

Dat hij na zijn studies niet voor de partij kon gaan werken, ligt wellicht inderdaad aan de reden die Tanguy Veys aanhaalt. Voorzitter Vanhecke had het geweld in Brugge in 1995-97 vanop de eerste rij meegemaakt. De geweldenaars onder aanvoeren van Vandendriessche hadden het partijlokaal van het Vlaams Blok als uitvalsbasis. In de lokale media verklaarde de moeder van Vandendriessche dat de journalisten beter naar Vanhecke zouden bellen, die had immers de touwtjes in handen.

Voor Van Grieken is het verleden van Vandendriessche geen probleem. Ze legden een gelijkaardig parkoers af en kennen elkaar al heel lang. Op internetfora overtroefden ze elkaar begin deze eeuw inzake haatspraak. Die bijdragen hebben ze met het oog op hun loopbaan grondig opgekuist, maar zoals De Standaard opmerkt zijn er nog sporen van bijdragen van ‘Grossfaz’ (pseudoniem van Vandendriessche en verwijzing naar Hitler die door zijn aanhangers omschreven werd als ‘grösste Feldherr aller Zeiten’).  

Sinds 2016 werkt Vandendriessche voor het Vlaams Belang. In 2019 werd hij Europees Parlementslid. Eén van de veroordeelde leden van Schild & Vrienden werkt als medewerker van Vandendriessche in dat parlement. De afgelopen jaren werkte hij zichzelf naar voren in de partij als ‘ideoloog’ en ‘rechterhand’ van Van Grieken. Gesteund door de opiniepeilingen zegt Vandendriessche nu dat zijn partij klaar is voor “de strijd om de macht.”

Pogingen om het Vlaams Belang aanvaardbaar voor te doen, botsen steeds weer op de realiteit van een politiek kader dat geschoold is in het neofascisme. Op dat vlak is er geen breuk met de ‘oude Chinezen’ in de partij zoals Dewinter en co. Dit maakt het voor de rechtse partijen moeilijker om met het VB in zee te gaan. Antifascisten vertrouwen daar echter best niet teveel op en gaan beter zelf in actie waarbij we steeds wijzen op het asociale en gewelddadige karakter van extreemrechts.