Het volgende standpunt van Blokbuster over de heropening van het proces-Laplasse in december 1995 verscheen in ‘De Morgen’ van 27 december 1995.
De laatste weken kon men geen krant openslaan zonder een artikel te vinden over het proces-Laplasse en de zogenaamde ‘repressie’, voorgesteld als het ‘feest van de haat’.
De collaborateurs, waaronder Laplasse, worden als slachtoffers voorgesteld. Nochtans hebben die collaborateurs er mee voor gezorgd dat het fascisme voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog miljoenen slachtoffers kon maken. Niet de ‘repressie’, maar het fascisme was een ‘feest van de haat’. Dit moet centraal staan in het amnestiedebat.
Ongeacht of Irma Laplasse die zeven verzetsstrijders in Oostduinkerke verklikt heeft of niet, voor ons was deze vrouw schuldig aan een verschrikkelijke misdaad. Als lid van het VNV stemde ze in met alle daden van de fascisten, inclusief de massale slachtingen in de concentratiekampen. Heel de oorlog lang bleef ze de bezetter steunen en was ze een gevaar voor eenieder die zich probeerde te verzetten. Haar man, Henri, was reeds voor de oorlog lid van het VNV, militant van de Zwarte Brigade en in dienst van de hulppolitie. Haar zoon Fred was lid van het Nationaal-Socialistisch Jeugdverbond (NSJV) en diende later in Wallonië als fabriekswachter. Angèle, haar dochter, was lid van de Dietsche Meisjesscharen. Met andere woorden, we hebben het hier over een door en door fascistisch gezin.
We kennen de gruwelijke misdaden van de Zwarte Brigade, een knokploeg van de fascisten, en we kennen de opdracht van de fabriekswachters onder de nazi-bezetter. We kennen tevens de ideologie van het VNV, het NSJV en de dietsche Meisjesscharen. We weten allemaal tot hoeveel deportaties en moorden de verklikking door collaborateurs geleid heeft. Irma Laplasse, zoals alle collaborateurs, moet geweten hebben dat als Hitler-Duitsland de oorlog verloor, de gezinsleden van de slachtoffers van de nazi’s rechtspraak zouden eisen. Die rechtspraak kon niets anders zijn dan de doodstraf.
Thans wordt in de pers en op de herziening van het proces tegen Irma Laplasse alles gedaan om die overwegingen buiten beschouwing te laten.
Na vijftig jaar, nu de meeste kroongetuigen overleden zijn, is de ware toedracht moeilijk te achterhalen. We kunnen ons alleen afvragen wie belang had bij de verklikking. Irma Laplasse was, als actief collaborateur en als moeder van een fascistisch gezinde zoon die door het verzet was aangehouden, alvast verdachte nummer één. Dat ze bovendien op de dag van de moord op de zeven Oostduinkerkse verzetsmensen gezien werd in een Duitse batterij, in gesprek met haar vriend Beyer, een Duits soldaat, laat nog weinig twijfel open.
Het proces-Laplasse is een testcase om er een algemene amnestiemaatregel door te krijgen. Amnestie, of het met terugwerkende kracht uitwissen van de bestraffing van voorheen strafbare handelingen, is in deze context niets anders dan eerherstel van het fascisme. Toch worden de voorstanders van amnestie gesteund. Deze steun bracht de auditeur-generaal van het Krijgshof, Luc De Vidts, er al toe om in zijn requisitoor vrijspraak te vorderen voor Irma Laplasse. Gazet van Antwerpen had het over een ‘indrukwekkend pleidooi’.
Dit proces is slechts een eerste stap. De fascisten van het NSV die op 7 december bij de heropening van het proces-Laplasse betoogden voor amnestie, scandeerden: “Dit is maar een begin, na Laplasse volgen Vindevogel, Borms, Theo Brouns, Modest Van Assche.” In een uitzending van het BRTN-programma Panorama werd al begonnen met de verdediging van Vindevogel (oorlogsburgemeester van Ronse). In zijn krant Het Volk van Ronse, betuigde Vindevogel nochtans openlijk zijn steun aan de Führer. Als fascistisch burgemeester werkte hij actief mee aan het ‘feest van de haat’ van de nazi’s. Moeten we nu zeggen dat deze mensen geen misdaad begaan hebben én, meer nog, dat het fascisme geen misdaad was?
Nu het fascisme opnieuw de kop opsteekt, moet het op alle mogelijke manieren tegengegaan worden en in deze context is eerherstel voor fascistische ‘martelaren’ geen goede zaak. Vooral omdat het voornamelijk om symbolische processen gaat. Laplasse zelf zal weinig hebben aan een vrijspraak, ze is al vijftig jaar geleden geëxecuteerd.
Het is geen toeval dat extreem-rechts het heftigst de verdediging van Laplasse opneemt. Amnestie betekent voor hen eerherstel van hun historische voorganger, Adolf Hitler. De heropening van het proces-Laplasse is op zich een overwinning voor extreem-rechts, nu wordt het tijd dat hen een nederlaag wordt toegebracht door het vonnis van 1945 te bevestigen. Nu komt het er voor de anti-fascisten op aan om de krachten te bundelen en te strijden tegen dit proces, tegen eerherstel voor het fascisme en tegen het Vlaams Blok.
Geert Cool, lid van de nationale stuurgroep van Blokbuster