Kleinzoon Sven Eriksson schreef een biografie van zijn opa Bert Eriksson. Die laatste was steeds trouw aan zijn nazistische opvattingen en verklaarde trots te zijn op zijn verering van de Führer en het nazisme. Eriksson stond mee aan het hoofd van de VMO (Vlaamse Militanten Orde), een privé-militie die begin jaren 1980 werd verboden. Eriksson sprak ook op herdenkingen van Adolf Hitler georganiseerd door Blood&Honour. Op de voorstelling van de biografie over Bert Eriksson waren volgens een website die de VMO wil eren ook Dewinter en zijn vrouw aanwezig.
Enkele maanden geleden nog verklaarde Filip Dewinter dat er in het Vlaams Belang geen plaats is voor neo-nazi’s en skinheads. Voor openlijke nazi’s daarentegen lijkt er wel plaats te zijn in de extreem-rechtse partij. Meer nog, Dewinter trok zelf naar een huldiging van een dergelijke openlijke nazi die een rol speelde in de geschiedenis van het Vlaams Belang.
De VMO (Vlaamse Militanten Orde) voerde in de jaren 1970 en 1980 gewelddadige campagnes. De organisatie werd veroordeeld omdat het een privé-militie was. Tal van leiders en activisten van de VMO werden veroordeeld. Een aantal van hen dook later terug op toen het VB haar eerste verkiezingssuccessen begon te boeken. Ook VMO-leider Bert Eriksson was opgetogen met de opkomst van het Vlaams Blok. Dat is niet verwonderlijk aangezien Eriksson mee de discussies aanmoedigde om eind jaren 1970 verschillende extreem-rechtse formaties rond tafel te krijgen voor een “blok” van deze partijen.
Toen Eriksson in de gevangenis zat omwille van zijn veroordeling in het VMO-proces, moest hij noodgedwongen verstek geven voor de jaarlijkse herdenking van de nazi-collaborateur Cyriel Verschaeve. Er werd gezocht naar een spreker die hem kon vervangen en die werd gevonden in de figuur van een jongere uit Brugge: Filip Dewinter. Toenmalig VB-voorzitter Karel Dillen noemde Eriksson “een grote Vlaamse leider”.
Als Dewinter nu de voorstelling van de biografie van Eriksson bijwoont, is dat een erkenning van de rol van Eriksson. Over de politieke meningen van Eriksson is weinig twijfel mogelijk. “Ja, natuurlijk ben ik nazi” of “Nationaal-socialisme is geen haat, maar liefde voor het volk, het blanke volk. Dat staat allemaal in Mein Kampf van Adolf Hitler. Al wat daar in staat is toch de waarheid, is toch uitgekomen.” Dat zijn maar enkele verklaringen die Eriksson deed in interviews doorheen de jaren. In 2001 nog verklaarde hij in Het Laatste Nieuws dat het nazisme “zuiver” en “idealistisch” is. “Ik geloof absoluut in het goede van het nationaal-socialisme”. In 2001 sprak Eriksson op de Adolf Hitler-herdenking van de neo-nazistische organisatie Blood&Honour (zie foto hiernaast).
Het zou nogal ongeloofwaardig overkomen indien Dewinter nu beweert dat hij Eriksson niet kende. Naar aanleiding van het overlijden van Eriksson in 2005 moest de partij voorzichtig reageren. De partijleiding liet een overlijdensbericht in het partijblad publiceren, maar probeerde wat afstand te bewaren. Dat zorgde in de radicalere kringen voor enig ongenoegen. Zelfs parlementslid Sandy Neel schreef op haar website: “Met een 500-tal mensen namen we afscheid van Bert Eriksson. Wat vooral opviel was de afwezigheid van het merendeel van het schoon volk(lees parlementsleden) en dit was voor veel militanten een slag in het gezicht. De angst voor een negatieve berichtgeving zit er diep in. Angst is altijd al een slechte raadgever geweest.”
Bij de voorstelling van de biografie over Eriksson zat de angst er duidelijk minder in. Het VB beseft dat een organisatie als de VMO vandaag niet aanvaard zou worden door haar kiezers. Antwerps VBJ-kopstuk Bert Deckers schrijft dit uitdrukkelijk op zijn website: “Moest ik 18 jaar geweest zijn ten tijde van de VMO zou ik trouwens geen seconde hebben getwijfeld om er bij te gaan! Momenteel staat er echter te veel op het spel en zijn er tevens andere wegen om ons doel te bereiken.” Deckers is maar een kleine garnaal, ook het “schoon volk” van de partij eert Eriksson. Dewinter was daarom aanwezig op de voorstelling van de biografie.
Die aanwezigheid wordt althans gemeld op een website die als doel heeft om de geschiedenis van de VMO naar voor te brengen. Daar wordt het boek over Eriksson enthousiast onthaald: “Met deze biografie veegt hij [Sven Eriksson] alle criticasters en salon-nationalisten die misprijzend neerkeken op Bert Eriksson en zijn militanten, de mantel uit! Meer zelf, door deze uitgave heeft Sven voor altijd het respect gewonnen van allen die ooit op welke wijze ook bij de V.M.O. betrokken waren.”
Dewinter woonde de voorstelling van het boek bij samen met zo’n 200 mensen, waaronder zowel oud-VMO’ers als jongere militanten. De website “vlaamsemilitantenorde.com” publiceerde onder meer de foto die je hiernaast ziet. De voorzichtigheid tegenover nazi’s als Eriksson lijkt snel te verdwijnen eens de media-aandacht is verdwenen. In de achterkamertjes van de extreem-rechtse beweging blijft de VB-leiding, met Dewinter op kop, haar eigen verleden trouw. Daarbij hoort ook het aspect van verering van nazi’s en gewelddadige militanten als Bert Eriksson.