Gisteren keurde de Gentse gemeenteraad ondanks protest toch het controversiële verbod op hoofddoeken in de gemeentediensten goed. Het voorstel van OpenVLD werd goedgekeurd door een wisselmeerderheid met CD&V/N-VA en VB. Voor de gemeenteraad werd er onder meer door LSP, CAP en Spirit geprotesteerd tegen het voorstel. Aan de andere kant werd het semi-racistisch voorstel vooral gesteund door kaalkoppen van Voorpost, de veiligheidsdienst van het VB.
Het voorstel kwam van de liberalen, die in de Gentse meerderheid zitten. Zij kregen in Gent, in tegenstelling tot in Antwerpen eerder dit jaar, geen steun van SP.a. Die partij vond het echter slechts een symbolische kwestie en zette de meerderheid (en dus haar postjes) niet op het spel. Hierdoor kon Open VLD samen met een meerderheid van CD&V/N-VA en VB aan een nipte meerderheid van 26 op 50 aanwezigen in de gemeenteraad komen. Het verbod komt er dus enkel door de steun van het VB dat aan de gemeenteraad campagne voerde tegen de “islamisering van Europa”.
Van waar komt het voorstel?
Het oorspronkelijke voorstel kwam van Mathias De Clercq, kleinzoon van en “aanstormend” carrièrist binnen Open VLD. Die wou zich op de ouderwetse manier profileren als liberaal: door in te gaan tegen alle mogelijke gelovigen. Dat ligt deels in de traditie van de liberalen in dit land die zich vooral onderscheidden van de katholieken op basis van geloofsovertuiging.
Het uitspelen van gelovigen tegen ongelovigen is bovendien een beproefde strategie geweest om de arbeidersklasse in dit land te verdelen. Ook vanuit de socialistische arbeidersbeweging werden er in het verleden heel wat fouten gemaakt op dit vlak, wat de ontwikkeling van een concurrerende christelijke arbeidersbeweging mee mogelijk maakte.
In deze discussie wordt een abstracte visie op religie weergegeven. Op 5.000 ambtenaren zijn er drie die een hoofddoek dragen. Nu wordt echter een groot toneel opgevoerd waarbij ieder mogelijk symbool verboden wordt. Of dit ook zal gelden voor de luxewagens van de gemiddelde VLD’er is niet duidelijk, aangezien statussymbolen niet “religieus” zijn. Professor mensenrechten Brems had gelijk toen ze vorige week in De Morgen stelde: “Voorstanders van een verbod vinden actieve vijandigheid blijkbaar ‘neutraler’ dan passief tolereren”. En verder: “Je kunt neutraal zijn door ieder symbool te weren of je kunt dat zijn door iedereen gelijk te behandelen en dus niet te discrimineren. Dat is een keuze tussen een koude of een warme samenleving”. Een mogelijk hoofddoekenverbod noemt de professor “pseudo-objectiviteit die onverdraagzaamheid in de kaart speelt”.
De hoofddoek
Linkse socialisten verzetten zich tegen iedere onderdrukking van vrouwen. Een verbod op hoofddoeken zal daar echter niets aan veranderen, integendeel. Het verscherpt de tegenstellingen en verdeeldheid tussen moslims en niet-moslims. Een algemeen verbod om te werken met een hoofddoek zal voor sommige moslimvrouwen de toegang tot werkgelegenheid beperken en de financiële afhankelijkheid van de man versterken. Nochtans is net die financiële onafhankelijkheid wel belangrijk om onderdrukking tegen te kunnen gaan.
Moslimvrouwen zijn veelal een erg kwetsbare groep in de samenleving, het zijn meestal werkenden die uitgebuit worden. Daarnaast worden ze als migrant nog eens extra uitgebuit en als vrouw wordt er nog wat bovenop gedaan. Linkse socialisten wijzen telkens op wat ons verenigt, en niet wat ons verdeelt. Het is aan de vrouwen om te beslissen over hun eigen hoofd en wat ze erop zetten: “baas over eigen hoofd” is een terechte slogan die gebruikt wordt (en bovendien in de traditie ligt van de strijd voor de legalisering van abortus: “baas in eigen buik”).
Als socialisten moeten we met solidariteit een antwoord geven op de verdeel en heers tactiek van rechts. We kunnen de allochtone vrouwen en bij uitbreiding de allochtone gemeenschap alleen betrekken in de strijd tegen de kapitalistische onderdrukking als we ook hun eisen tegenover discriminatie verdedigen en de emancipatie van de vrouw koppelen aan de noodzaak voor een andere samenleving.