In Zweden kregen de linkse socialisten Mattias Bernhardsson en Joel Eriksson een prijs van de Artiesten tegen racisme wegens hun actieve bijdrage aan de strijd tegen extreem-rechts. De twee linkse socialisten zijn actief in Stockholm, Mattias is er gemeenteraadslid van Rättvisepartiet Socialisterna en haalde het nieuws met een brutale aanval door neo-nazi’s en protestacties nadien.
De twee kregen een geldprijs. Er werd ook een prijs toegekend aan Judith Popinski, een holocaustoverlevende die nog steeds actief is in de strijd tegen extreem-rechts. Mattias en Joel kregen de prijs nadat ze in maart door neo-nazi’s werden aangevallen toen ze terugkeerden van een betoging. De aanvallers waren gemaskerd en gewapend met messen.
Op de conferentie van Artiesten tegen racisme, zei Mattias: “Ik zal me nooit het zwijgen laten opleggen en ik hoop van jullie hetzelfde.” Het geweld werd beantwoord met acties. Ook daarna werd verder actie gevoerd, op 28 november nog was er een betoging tegen racisme in Stockholm.
Deze prijs is een erkenning voor ons anti-fascistisch werk. Mattias en Joel verwezen ook naar Judith Popinski, een overlevende van Auschwitz die later op de avond een staande ovatie kreeg met haar toespraak. “Het verhaal van Judith herinnert er ons aan hoe belangrijk de strijd tegen fascisme vandaag is. Sinds 1980 zijn er meer dan 20 mensen vermoord door neo-nazi’s in Zweden. We mogen hen geen ruimte geven.” De geldprijs zal uiteraard worden gebruikt voor anti-fascistische acties en campagnes.