De interne strijd bij het Vlaams Belang komt stilaan tot een voorlopig eindpunt met het vertrek van al wie niet (meer) naar de pijpen van Dewinter danst. Voormalig voorzitter Vanhecke had zijn partij symbolisch tot 11 juli, de Vlaamse feestdag, gegeven om de uitsluiting van de Belfortploeg rond Francis Van den Eynde in Gent ongedaan te maken. Meteen werd ook wat extra vuile was buiten gehangen.
Vertrekkers hebben geen politiek perspectief
Na de lange opmars van het Vlaams Blok en nadien het Vlaams Belang volgde een periode van electorale neergang als gevolg van concurrentie op het populistische terrein. Dit leidde al snel tot verdeeldheid omdat minder postjes konden worden verdeeld en er ook moest worden gereageerd op nieuwe opkomende fenomenen als eerst Dedecker en nadien De Wever. De periode van intern geruzie komt stilaan tot een eindpunt met een leegloop waarin ook vroegere topfiguren betrokken zijn. Na Koen Dillen was het logisch dat Vanhecke zou volgen. Mogelijk zullen nog een aantal topmandatarissen van het VB een zelfde stap zetten.
De groep rond Dewinter probeert intussen om de media te halen met acties en controversiële uitspraken. Er werd naar de Wetstraat getrokken om te betogen, er werden kleine zakmesjes uitgedeeld,… Het doel is duidelijk: het terrein voorbereiden op het leeglopen van de electorale zeepbel van De Wever en diens N-VA.
De vertrekkers hebben nog geen duidelijk perspectief. Sommigen trokken naar N-VA, anderen houden vast aan een onafhankelijke positie of weten het gewoon niet. Van den Eynde van de Gentse Belfortploeg stelde dat hij niet van plan is om aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 deel te nemen.
Frank Vanhecke stelde eerder dat hij zijn mandaat in het Europees Parlement zal uitzitten om vervolgens uit de politiek te stappen. De vraag of Vanhecke een nieuwe partij uit de grond zal stampen, lijkt op dit ogenblik nog steeds negatief te moeten beantwoord. Naar aanleiding van de poging van ex-FN-kopstuk Carl Lang om een eigen partij op te zetten, verklaarde Vanhecke dat dit een moedig initiatief was maar met erg beperkte kansen op succes. “En zo hebben we alvast een voorbeeld van hoe het niet moet, dat is ook al wat”, voegde hij er aan toe.
Het ziet er naar uit dat het merendeel van de vertrekkers geen verdere politieke initiatieven zal ondernemen en niet bereid is om de inspanning te leveren om een nieuwe beweging uit te bouwen. Diegenen die hun politieke carrière willen voortzetten, solliciteren daartoe bij N-VA. De vertrekkers die dat niet doen, gaan daar amper tegen in en lijken het zelfs aan te moedigen zonder zelf deze stap te zetten.
Vuile was
De laatste episode met het vertrek van Vanhecke leverde opnieuw wat vuile VB-was op. De sfeer in de partij is uitermate verzuurd, daar lijkt iedereen het over eens te zijn. Dit gaat gepaard met achterklap, vuile truukjes, zwartmakerij, beschuldigingen, verwijten,… Uiteraard is het tegen die achtergrond bizar dat wordt beweerd dat “stijl” het centrale inhoudelijke discussiepunt betrof.
Een artikel op de website apache.be was volgens Vanhecke de druppel die de emmer deed overlopen. Journalist Tom Cochez maakte in dat artikel bekend dat de door Valkeniers betaalde partijmedewerker Johan Sanctorum onder pseudoniemen in het extreem-rechtse weekblad ’t Pallieterke bijdragen schreef waarin onder meer Vanhecke en Morel onder vuur werden genomen. Vanhecke-medestander Koen Dillen maakte overigens van hetzelfde medium gebruik om een nieuwe VB-voorzitter te eisen.
Onder een pseudoniem Sanctorum dat de VB-voorzitter de ruziestokers rond Vanhecke best uit de partij zou zetten. Ook haalde de medewerker van Valkeniers hard uit naar Morel in een artikel onder de titel “Requiem voor een onbekende, Vlaanderen een week na de Morel-uitvaart.” Apache.be kon achterhalen dat de anonieme ‘Annick Verbauwen’ die deze bijdragen schreef in feite Sanctorum was. Dat bleek uit een analyse van de IP-adressen waarmee op apache.be reacties van zowel ‘Verbauwen’ als Sanctorum verschenen.
Vanhecke reageerde woedend en had het over een “uitschakeling van andersdenkenden” waarbij “dikwijls middelen worden ingezet die zonder meer politiek en menselijk onaanvaardbaar zijn – vooral door mensen die naar de buitenwereld steeds het “schouder aan schouder” prediken, maar ondertussen de handlangers uitsturen om het vuile werk te doen.” Hij voegde er aan toe dat hij dit zelf ook ondervond met “de valse mails” (de zogenaamde liefdesmails die in Knack verschenen) die volgens Vanhecke “vanuit de Antwerpse kringen aan de pers werden aangeboden” door onder meer een figuur die “inmiddels door het partijbestuur voor zijn judaswerk beloond werd met een schitterend bestuursmandaat.” Vanhecke verklaarde er genoeg van te hebben en zijn lidmaatschap op 11 juli te beëindigen.
En nu?
Na Vanhecke zullen mogelijk nog een paar medestanders volgen. Zij trekken zich terug in de politieke woestijn en beloven elkaar terug te zien in de brede Vlaamse beweging. Een politiek initiatief moet er voorlopig niet uit deze hoek worden verwacht. Voor het Vlaams Belang doet het vertrek van Vanhecke pijn. De afgelopen maanden kon Vanhecke in het kielzog van zijn overleden vrouw genieten van een nooit geziene mediabelangstelling waardoor hij het statuut van Bekende Vlaming aannam in de ‘boekskes’. De liquidatie van Morel in het VB zal electoraal pijn hebben gedaan, het vertrek van Vanhecke versterkt dit nog een beetje.
Dewinter, de onbetwiste leider van het Vlaams Belang, is er evenwel gerust op. Eens iedere mogelijke oppositie is vertrokken, kan hij proberen voort te bouwen op de acties die hij de afgelopen weken liet organiseren en intussen wachten op betere tijden zoals de familie Le Pen dit in Frankrijk heeft gedaan. Dit is niet het einde van het Vlaams Belang of van het gevaar van extreem-rechts. De strijd tegen racisme en iedere poging om verdeeldheid te zaaien onder de gewone werkenden en hun gezinnen blijft noodzakelijk. Die strijd moet ook een politiek verlengstuk krijgen. Zoniet blijft er in de politieke leegte die de traditionele partijen op basis van hun neoliberale beleid creëren ruimte voor extreem-rechtse formaties die op populistische wijze inspelen op tal van sociale en economische problemen.