Le Pen zet Franse FN terug op de electorale kaart

De afgelopen maanden maakte het Franse Front National een opmerkelijke terugkeer in de peilingen. De nieuwe voorzitster Marine Le Pen haalde tot 21% waarmee ze beter scoorde dan alle mogelijke “linkse” presidentskandidaten.

Toen Le Pen even nadien in de peilingen een beetje terugzakte tot 18%, volstond dit voor de media om te verklaren dat Marine Le Pen geen reëel gevaar zou vormen.

Terwijl niet kan worden voorspeld hoe Le Pen uiteindelijk zal scoren bij de presidentsverkiezingen van 2012 staat wel al vast dat ze er als nieuwe voorzitter van het extreem-rechtse FN wel in slaagt om de aandacht naar zich toe te trekken. Dat kan vooral door het falen van de andere partijen.

Ook de zogenaamde linkerzijde met de Franse PS is niet bepaald in een positie om tegen het FN in de aanval te gaan. Le Pen slaagt er in om haar retoriek handig te verpakken: “De Fransen willen een radicale verandering. De meerderheid wijst af wat de machthebbers de afgelopen veertig jaar hebben gedaan: de grenzen openzetten voor de mondialisering, het ultraliberalisme, de euro, de totalitaire Europese Unie, de toenemende immigratie.” (De Standaard, 28 mei) In hetzelfde interview pleitte Le Pen ervoor dat energie en spoorverkeer in publieke handen zouden komen.

Dat extreem-rechts op economisch vlak zelf een ultraliberaal programma heeft, wordt uiteraard achterwege gelaten in de publieke verklaringen. Hierdoor kan Le Pen inspelen op het ongenoegen tegenover onder meer de aanvallen op de pensioenleeftijd en het sociale ongenoegen. Dat kan ze enkel omdat de officiële linkerzijde op sociaal vlak totaal ongeloofwaardig is wegens haar asociale beleid. Maar ook radicaal- links, waaronder de NPA, richt zich al te veel op een puur electorale campagne waardoor het FN de ruimte heeft om zich als enige “andere” formatie te profileren.

Voor anti-racisten moet het duidelijk zijn: met moraliserende kritieken zullen we er niet komen, extreem-rechts zal enkel verslagen worden op het terrein van de klassenstrijd. Het is doorheen sociale strijd dat blijkt aan welke kant politici staan. Ook extreem-rechtse figuren met een populistische benadering blijken dan niet aan de kant van de gewone bevolking te staan.

Als de arbeidersbeweging er onvoldoende in slaagt om strijdbewegingen een eigen politieke vertaling te geven, dan blijft het vacuüm bestaan waarop extreem-rechts inspeelt. Het is door een actieve oppositie dat we extreem-rechts kunnen bestrijden en de nadruk leggen op wat de werkenden, armen, uitkeringstrekkers en jongeren verenigt in de plaats van wat ons verdeelt.

Simon, Luik

Een reactie achterlaten