Extreem-rechtse terreur schokt Noorwegen

Wat moet doorgaan voor zowat de meest rustige en vredelievende samenleving van Europa werd grondig door elkaar geschud met het bloedbad dat werd aangericht door de extreem-rechtse Anders Behring Breviks. Op het eiland Utoya schoot hij tientallen jongeren neer op een zomerkamp van de regerende sociaal-democratische partij. In Oslo vielen eveneens doden bij een bomaanslag.

Tien jaar planning ging aan dit bloedbad vooraf. Behring Breivik combineerde de methoden van zijn extreem-rechtse voorganger Timothy McVeigh die in Oklahoma met een bomaanslag in 1995 maar liefst 168 mensen vermoordde, met schietpartijen zoals deze in Columbine in de VS waarbij een scholier koelbloedig medeleerlingen neerschoot. Niet enkel in Noorwegen zorgde het bloedbad voor een schok en immens verdriet.

Door in het centrum van Oslo een aanslag te plegen, werd alle aandacht hierop gevestigd. De bom ging af in de buurt van de regeringsgebouwen en richtte heel wat schade aan. Er vielen zeven doden, maar mogelijk zal dat aantal verder oplopen. Alle Noorse politiemiddelen werden ingezet voor deze aanslag, waardoor de terrorist langer tekeer kon gaan op het kamp van de Jongsocialisten op Utoya. Hij kon er anderhalf uur lang op koelbloedige wijze jongeren van 14 tot 20 jaar executeren.

De motieven van Anders Behring Breivik werden een paar uur voor de aanval al op het internet gepost. Een 1500 pagina’s tellend extreem-rechts manifest werd op het internet geplaatst. Daarin een dagboek dat begon in 2002 en een politieke motivering van zijn daden door een verwijzing naar “ten eerste de opkomst van het cultureel marxisme en ten tweede de islamitische kolonisatie.”

Behring Breivik was een uitgesproken tegenstander van marxisme, internationalisme en de islam. Hij was op het internet actief als conservatief, christen-fundamentalist, vrijmetselaar en jarenlang actief in de racistische Vooruitgangspartij. Tussen 1999 en 2006 was hij lid van die partij. Hij uitte zijn bewondering voor de Nederlandse islamofoob Wilders en probeerde een Noorse afdeling van de English Defence League op te zetten. Hij was ook actief op de Zweedse neo-nazistische website nordisk.nu.

Voor Behring Breivik was de sociaaldemocratische Arbeiderspartij en de jongerenvleugel AUF een uitgelezen doelwit omwille van de historische banden van deze partij met de arbeidersbeweging. Vakbonden, socialisten en linkse organisaties moeten dan ook in verzet gaan tegen het extreem-rechtse geweld waar Behring Breivik voor staat. Vlak na het bloedbad was extreem-rechts er snel bij om de verantwoordelijkheid bij islam-fundamentalisten te leggen – de Sverigedemokraterna deden dit onder meer in reacties aan de media.

Toen de achtergrond van de dader bekend werd, hadden rechtse politici het vooral over extremisme in het algemeen en losgeslagen elementen. In Noorwegen wordt gesproken over het verdedigen van de democratie en wordt zelfs een element van Noors nationalisme naar voor gebracht. Het Zweedse Dagens Nyheters slaagde er zondag in om het geweld in Oslo meteen te vergelijken met zogenaamd links-extremisme in Zweden.

Intussen is het een feit dat zowel Behring Breivik als pakweg Al-Qaeda zich richten tegen de arbeidersbeweging, democratische rechten of vrouwenrechten. Socialisten verzetten zich tegen het geweld en de terreur van beide groepen, maar evengoed ook tegen de staatsterreur van onder meer het VS-imperialisme en zijn bondgenoten.

De aanslagen van afgelopen vrijdag zijn voor Noorwegen even schokkend als de gebeurtenissen van 11 september 2001 in de VS of de moord op Olof Palme in Zweden. De enorme solidariteit van de gewone bevolking kwam ook nu meteen tot uiting. Eigenaars van boten gingen onmiddellijk en met gevaar voor eigen leven op zoek naar jongeren die Utoya waren ontvlucht. Er werden bloemen gelegd aan partijlokalen van de sociaal-democraten en aan kerken. Dat toont de solidariteit van brede lagen van de bevolking.

Op zich is terrorisme een product van de samenleving. De ooit stabiele welvaartsamenleving in Noorwegen is steeds verder uitgehold. Er is een groter wordende kloof tussen rijk en arm met tal van onrechtvaardigheden. Als de arbeidersbeweging de strijd niet aangaat en organiseert, ook op politiek vlak, dan is er ruimte voor racisten en extreem-rechts om op basis van het aanduiden van zondebokken een bredere steun te verwerven. Racisten, neo-nazi’s en religieuze fundamentalisten keren zich steeds tegen de arbeidersbeweging, socialisten en migranten. Traditionele politici laten daar eveneens ruimte voor racisme en extreem-rechts met hun beleid tegenover vluchtelingen en het ondermijnen van de solidariteit door te besparen op werklozen, zieken,…

Om ook de voedingsbodem voor extreem-rechts en voor terreur weg te nemen, moet de arbeidersbeweging zich internationaal organiseren tegen terrorisme, oorlog, kapitalistische globalisering en racisme. In onze strijd tegen terreur komen wij op voor een socialistisch alternatief.

Artikel op basis van een analyse door Per-Ake Westerlund, Rättvisepartiet Socialisterna (Zweden)

Een reactie achterlaten