Aan de Gentse universiteit werd het extreemrechtse NSV dan toch erkend. Studentenvertegenwoordiger Simon Van Damme is het niet eens met deze beslissing om de Gentse correspondenten van Anders Breivik te aanvaarden als normale studentenvereniging en om hun boodschap van haat en geweld met gemeenschapsmiddelen te subsidiëren. Op een ogenblik dat er nood is aan eengemaakt verzet tegen de besparingen en strijd voor gratis en degelijk onderwijs, kunnen we het racisme en andere verdelende elementen waar NSV voor staat missen als kiespijn. Hieronder een reactie van Simon op de erkenning van NSV.
Met de erkenning van NSV aan de UGent door de Vergadering van Konventvoorzitters kan ik – als studentenvertegenwoordiger in de Sociale Raad – niet akkoord gaan.
De erkenning van de Nationalistische Studentenvereniging (NSV) werd 27 jaar geleden ingetrokken na een gewelddadig flessenincident, n.a.v. een door hen georganiseerde lezing. Tot op vandaag is de NSV niet veranderd en blijft het een extreemrechtse mening spuien vol racisme, homofobie en Jodenhaat.
Zo organiseerde de NSV in 2009 nog een zogenaamde ludieke actie: smijten met WC-papier naar mensen zonder papieren en dit onder de leuze: “Hier zijn jullie papieren, dien u nu maar aan bij het dichtstbijzijnde politiekantoor”. Deze mensonwaardige behandeling en pijnlijke gelijkstelling van criminelen en mensen zonder papieren, verbleken bij de hate speeches en het structureel geweld jegens de Roma in Hongarije, uitgaande van de Hongaarse extreemrechtse partij Jobbik en haar illegale paramilitaire militie, de Hongaarse Garde. Morvai, Europees parlementslid van Jobbik, bracht recent aan de UGent haar racistische visie en haatdragende boodschap. Dit was niet toevallig op uitnodiging van NSV-Gent.
Kan men racistisch geweld vrijheid van meningsuiting noemen? Volgens de Belgische wetgeving alvast niet. Aanzetten tot haat en geweld ten aanzien van specifieke bevolkingsgroepen is strafbaar gesteld bij wet. Hoeven lezingen met Krisztina Morvai dan gesubsidieerd te worden met publieke middelen? Volgens mij niet, volgens de Sociale Raad en het Bestuurscollege van de UGent ook niet (beiden stemden vorig jaar immers voor het beroep tegen de erkenning van de NSV) en volgens de 1300 studenten die vorig jaar samen betoogden tegen de erkenning van de NSV duidelijk ook niet. Publieke middelen dienen niet om WC-papier te subsidiëren waarmee nadien wordt gegooid naar mensen zonder papieren, noch om een haatdragende boodschap meer aanvaard te maken.
Het is noodzakelijk dat het bestuur van de UGent en de studenten en het personeel zich publiekelijk en actief uitspreken tegen de erkenning van de NSV. We moeten afdwingen wat de Vergadering van Konventvoorzitters niet wou doen: de erkenning ongedaan maken. Een cruciale stap in die richting zal de massale aanwezigheid zijn op de komende anti-NSV betoging.