Van Rostock tot Gouden Dageraad. Racistisch geweld. Terug van niet weg geweest

Twintig jaar na het racistische geweld tegen asielzoekers in het Duitse Rostock, zijn de beelden van aanvallen en fysiek geweld tegen migranten en mensen met een ‘foute’ huidskleur of andere ‘afwijkingen’ terug. Het EK leverde niet enkel fraai voetbal op, maar bracht ook beelden van door extreemrechts beïnvloede supporters in Oost-Europa. In Griekenland haalt de neonazistische partij Gouden Dageraad 6,9% van de stemmen, wat het zelfvertrouwen van de militanten versterkt en hierdoor ook het aantal gewelddaden.

 

Rostock. Geweld leidt ook tot protest

Eind augustus wordt de 20ste ‘verjaardag’ van de racistische aanslagen in Rostock herdacht. In 1992 vielen groepen extreemrechtse militanten met stenen en zelfgemaakte bommen een appartement waar asielzoekers woonden aan. Enkele honderden racisten chargeerden, buurtbewoners en politie reageerden niet of amper.

De neonazi’s kenden begin jaren 1990 een groeiende steun onder jongeren die als gevolg van het neoliberale beleid steeds meer uit de boot vielen. In Oost-Duitsland betekende de herinvoering van het kapitalisme dat een kleine minderheid rijk werd en een grote meerderheid in werkloosheid en miserie terecht kwam. Het was een vruchtbare voedingsbodem voor racisme en extreemrechts. Dat uitte zich in groei voor extreemrechtse partijen bij verkiezingen en op straat.

Het geweld in Rostock was schokkend, het was het ergste racistische geweld in Duitsland sinds het einde van de Wereldoorlog. Voorheen werd bijna niet gereageerd op racistisch geweld, maar de gruwel van Rostock vormde een keerpunt. Duizenden jongeren en werkenden kwamen de straat op om aan antiracistische activiteiten deel te nemen. Wij reageerden doorheen Europa met een campagne voor een internationale Blokbuster-betoging in Brussel in oktober 1992. Uiteindelijk waren er zowat 40.000 aanwezigen op de betoging van ‘Jongeren tegen Racisme in Europa’.

Doorheen het antiracistische protest benadrukten wij de noodzaak van actieve mobilisatie om extreemrechts geen ruimte te geven en de verdediging van een sociaal programma dat antwoordt op de voedingsbodem van extreemrechts, samengevat in de slogan ‘jobs, geen racisme’. De afgelopen 20 jaar werd iedere grote neonazibetoging in Duitsland met acties beantwoord. De ontwikkeling van de linkse partij ‘Die Linke’ heeft het bovendien moeilijker gemaakt voor extreemrechtse partijen om electoraal te scoren.

Mobilisatie en politiek alternatief nodig

De antiracistische beweging na het geweld in Rostock ging in ons land samen met de schok van de electorale doorbraak van het toenmalige Vlaams Blok. We kunnen een aantal lessen trekken uit de acties en discussies van toen.

Op basis van massale mobilisaties was het mogelijk om de ergste uitwassen van racistisch en extreemrechts geweld te stoppen. Ook in ons land waren daar campagnes voor nodig, zo kwam het in 1996-97 in Brugge tot fysiek geweld tegen antifascisten en andersdenkenden. Mobilisaties kunnen dat indijken omdat er geen brede steun voor dergelijke gewelddadige politieke koers bestaat, ook niet onder de kiezers van extreemrechts.

Daarnaast bleek dat de electorale opkomst van extreemrechts onstabiel is. In Duitsland verdwenen verschillende radicale rechtse partijen grotendeels van het toneel omdat de oppositie tegen het beleid een actieve stem kreeg met ‘Die Linke’. Als links er echter niet in slaagt om een consequente oppositie te voeren en een alternatief op het falende kapitalisme te populariseren, blijft de dreiging van extreemrechts steeds op de voorgrond treden.

Oost-Europa: geweld is niet verdwenen

In Oost-Duitsland is het aantal gewelddaden afgenomen – in 2010 waren er volgens officiële cijfers in heel Duitsland 750 gevallen van fascistisch geweld. Dat is 15% minder dan in 2009 maar nog altijd twee incidenten per dag. De voedingsbodem voor geweld en racisme blijft echter aanwezig. Dat is zeker ook het geval in de rest van Oost-Europa.

Naar aanleiding van het EK Voetbal kwamen er berichten over groepen neonazistische hooligans in zowel Polen als Oekraïne. Spelers met een donkere huidskleur werden uitgejouwd en er waren ook beelden van eerdere nationale competitiewedstrijden waarbij hooligans de Hitlergroet brachten of migranten fysiek aanvielen. Het geweld richt zich niet enkel tegen mensen met een foute huidskleur, ook holebi’s worden onder vuur genomen. Het is in deze regio quasi onmogelijk om een Gay Pride te organiseren, in Rusland staan er zelfs boetes op het ‘propageren’ van homoseksualiteit.

Omwille van de kwalijke reputatie van Poolse en Oekraïense supporters pleitten sommigen ervoor om het EK niet in die landen te laten doorgaan. De kop in het zand steken, doet het probleem niet verdwijnen. Het EK bood een kans om ook onder supporters de discussie over racisme te voeren. Niet zoals VB-kopstuk Dewinter, die twitterde dat het maar eens moest gedaan zijn met “al dat gezaag over racisme op EK in Oekraïne”. Ook niet met moralistische argumenten; een symptoom van een rot systeem veroordelen volstaat niet om de rottigheid aan te pakken. Wel kan het EK worden aangegrepen om een campagne te voeren waarbij wordt duidelijk gemaakt dat racisme door de 1% rijksten wordt gebruikt om haar winsten te beschermen door de 99% armsten te verdelen.

Gevaar in Griekenland: de opmars van Gouden Dageraad

De dreiging van gewelddadige extreemrechtse groepen blijft niet beperkt tot Oost-Europa. De diepe crisis in Griekenland zorgt voor een verspreiding van het probleem. Bij de verkiezingen van 17 juni kon Gouden Dageraad min of meer standhouden met 6,9% en 18 verkozenen (een verlies van drie zetels). De partij liet zich na de vorige verkiezingen in mei opmerken met forse uitspraken en gewelddaden. Partijleider Nikos Mihaloliakos ontkende op televisie het bestaan van de holocaust, zijn collega parlementslid Ilias Kasidiaris viel live op televisie politieke tegenstanders fysiek aan.

Maar het geweld ging ook verder. In bepaalde wijken worden fysieke campagnes tegen migranten gevoerd. In de westelijke havenstad Patras was er een aanval op een verzamelplaats van migranten, waarbij aanhangers van Gouden Dageraad met brandbommen gooiden. Dat vertoont veel gelijkenissen met het geweld 20 jaar geleden in Rostock.

Ondanks de incidenten bleef Gouden Dageraad stabiel bij de verkiezingen. De partij kan op een groeiende actieve kern rekenen en geniet een grote steun onder politieagenten. Er wordt gedreigd om niet enkel migranten aan te pakken, maar ook holebi’s en andersdenkenden. Voor de verkiezingen verklaarde parlementslid Panagiotaros: “Als Gouden Dageraad in het parlement geraakt, zullen we aanvallen uitvoeren op ziekenhuizen en crèches om er de migranten en hun kinderen op straat te zetten zodat er plaats is voor de Grieken.” In plaats van de ware verantwoordelijken voor het neoliberale besparingsbeleid van de tekorten aan te pakken, keert de partij zich tegen migranten.

Het gevaar wordt best ernstig genomen. De brede betrokkenheid bij de campagne van Syriza en het actieve verzet tegen het besparingsbeleid moet gepaard gaan met een verdediging van de beweging tegen extreemrechts geweld. De linkerzijde en syndicalisten moeten antifascistische comités in de wijken en op de werkvloer opzetten om tegen extreemrechts geweld in te gaan en tegelijk de strijd tegen het neoliberale beleid te organiseren.

Wat is het gevaar bij ons?

Waar extreemrechts in een meer defensieve positie zit, wat het geval is voor het Vlaams Belang, kan dat iets tijdelijk zijn. De snelle terugkeer van het Front National in Frankrijk kan tellen als waarschuwing. Iedere vooruitgang van extreemrechts bij verkiezingen sterkt ook het zelfvertrouwen van die neofascisten die een stap verder willen gaan en hun gewelddadige politiek op straat willen opleggen.

Naarmate de crisis dieper wordt, neemt de afkeer tegen de gevestigde politici en hun beleid toe. Als het ongenoegen niet leidt tot actief verzet met betogingen, campagnes, stakingen,… die een politiek verlengstuk krijgen in een brede democratische politieke kracht, dan is er ruimte voor extreemrechts om te scoren. Het besparingsbeleid leidt tot tekorten op vlak van werkgelegenheid, huisvesting, openbare diensten,… Naar beneden schoppen naar wie het nog slechter heeft, biedt geen antwoord op de tekorten. Daarvoor is een actieve strijd tegen het beleid van de 1% aan de top nodig. Zoiets vergt meer tijd, maar het organiseren van de lagen die vandaag al tot actief verzet bereid zijn is een goed begin.

De antiracistische campagne Blokbuster beperkt zich niet tot verontwaardiging over racisme. Onze actieve strijd tegen de als gevolg van de crisis groter wordende voedingsbodem voor racisme, homofobie, seksisme en geweld, impliceert dat we opkomen voor een alternatief op het kapitalisme. Voor ons is dat democratisch socialisme, een samenleving waarin de behoeften van iedereen centraal staan en niet de winsten van enkelen.

Een reactie achterlaten