Conservatieve en extreemrechtse krachten in opmars. Hoe hierop antwoorden?

De uitgerokken en uitzichtloze systeemcrisis van het kapitalisme leidt tot een opkomst van extreemrechtse formaties en ideeën. Dat is geen toeval, maar een logisch gevolg van een maatschappij die miljoenen in de armoede stort en geen perspectief biedt op een uitweg uit haar eigen crisis. Zowel de fascistische milities van de Gouden Dageraad in Griekenland als de opkomst van de Vlaams-nationalistische en populistische N-VA in België spruiten voort uit de omstandigheden die gecreëerd worden door een falend systeem. Uiteraard zijn al deze verschillende elementen van de conservatieve golf die we zien ontstaan niet identiek. Het is daarom belangrijk dat we goed begrijpen waar deze formaties vandaan komen, wat ze betekenen en hoe we ze kunnen bestrijden.

Conservatieven verdelen om te heersen

Vandaag is er doorheen Europa een opkomst van conservatieve ideeën die uit een ver verleden lijken te komen. In België laat het nieuwe Antwerpse stadsbestuur geen week voorbijgaan zonder controversieel statement. De rel rond de regenboog-T-shirts, het voorstel dat illegalen alleen nog maar aidsremmers zouden krijgen als ze een terugkeercontract tekenen, het verhogen van het inschrijvingsgeld om zich in de stad te vestigen van 17 naar 250 euro voor niet-EU-burgers… Al deze zaken kaderen in eenzelfde evolutie. Het gaat om een harde conservatieve vleugel die naar buiten komt met ideeën waarvoor ze denken opnieuw een voedingsbodem gevonden te hebben.

In een periode van economische crisis wordt er alles aan gedaan om de werkende mensen voor de kosten te laten opdraaien en de ware schuldigen buiten schot te houden. De fabriekssluitingen bij Ford Genk en Arcelor Mittal in Luik zijn niet de schuld van de mensen die er werken, maar van hebzuchtige bazen die alles opofferen op het altaar van de winstmaximalisatie; net zoals de Griekse crisis niet de schuld is van de ‘luie’ werkende Grieken (die voor het uitbreken van de crisis gemiddeld meer uren werkten aan een lager loon dan het Europees gemiddelde), maar wel van de rijke niet-werkende Grieken, die het land in de uitverkoop plaatsen en de bevolking moordende besparingen opleggen om het eigen vermogen veilig te stellen. Traditionele partijen doen er echter alles aan om te vermijden dat de schuldigen met de vinger gewezen worden. Zij wijten de economische problemen liever aan de werkende Europese bevolking die voor de kosten moet opdraaien.

Een dergelijk economisch klimaat is een zeer vruchtbare bodem voor conservatieve en reactionaire krachten. Op de vraag waarom onze levensstandaard zienderogen daalt, hebben zij een makkelijk antwoord klaar: het zijn de migranten, werklozen, Walen, Grieken, vrouwen, holebi’s,… die ons geld opslorpen. De samenleving wordt opgedeeld in een kamp van ‘hard werkende mensen’ en een kamp van ‘profiteurs’. Los van de vraag bij welke van deze twee kampen de getroffen werknemers van Ford Genk en Arcelor Mittal dan ingedeeld moeten worden, is het eerst en vooral een methode om de echte tweedeling in de maatschappij te verdoezelen: die tussen arbeid en kapitaal.

Het is logisch dat de partij die deze redenering het duidelijkst naar voor brengt – bij gebrek aan een links alternatief – en niet besmeurd is met een erbarmelijke staat van dienst en dus een imago van corruptie en onbetrouwbaarheid, de verkiezingen wint. In België teert de N-VA op het ongenoegen dat bestaat tegenover de traditionele partijen, net zoals het Vlaams Belang dat vroeger deed. Het doorbreken van een minder vadsig Vlaams-nationalisme tegenover het neofascisme van het Vlaams Belang, betekent echter allerminst dat de strijd tegen extreemrechts gestreden is. De N-VA zal met haar politieke ambities om een rechtstreekse confrontatie met de arbeidersbeweging aan te gaan op groot verzet stoten. De asociale en repressieve maatregelen die de partij zal doorvoeren (besparingen, lastenverlagingen, het in stand houden van de notionele interestaftrek, GAS-boetes, …) zullen bij een groot deel van haar kiezers in het verkeerde keelgat schieten. Op dat moment is het een zekerheid dat het Vlaams Belang zal klaarstaan om de brokken op te rapen. Die partij bereidt zich daar nu al op voor, door af te stappen van de neoliberale programmapunten van weleer en terug te keren naar een ‘socialer’ imago, dat aansluiting probeert te vinden bij een deel van de arbeidersbeweging dat het beu is de crisis te moeten betalen.

Ook gevaar van extremere groepen

In een dergelijke situatie is het niet verwonderlijk dat ook radicalere groepen zelfvertrouwen winnen om op straat te komen. In Brugge manifesteerde vorige maand nog een groep neonazi’s openlijk tegen ‘links geweld’. De Nationalistische Studentenvereniging (NSV) vindt dat het Vlaams Belang openlijk steun moet geven aan het straatcrapuul van de Griekse Gouden Dageraad. Ook al zijn we nog niet in een Griekse situatie beland, toch is het duidelijk dat de huidige ziekte van het kapitalisme ook haar walgelijkste zweren en etterbuilen tot uitbarsten kan doen komen. Gouden Dageraad heeft overigens haar succes te danken aan het feit dat ze een duidelijk – zij het verkeerd – antwoord gaf op de vraag wie schuldig is aan de huidige economische problemen: migranten en buitenlanders. Dat gekoppeld aan een antibesparingsretoriek (de ‘traditionele’ extreemrechtse formatie LAOS had aan electorale steun verloren omwille van haar rol in het doorvoeren van de besparingen) zorgde ervoor dat Gouden Dageraad een electorale doorbraak kon forceren. Als ze geen linkse activisten en migranten van straat aan het vegen zijn, organiseren deze nazi’s voedselbedelingen voor de armen en de slachtoffers van de crisis. Het blijft echter bij schone schijn – de Griekse kapitalisten hebben momenteel van het fascisme niets te vrezen. De fascistische vertegenwoordigers in het parlement steunden telkens elke privatisering. Ze roepen ook niet op tot het niet afbetalen van de schulden: een confrontatie met het Griekse kapitaal zit allerminst vervat in de perspectieven van Gouden Dageraad.

In Leuven houdt de NSV op donderdag 7 maart haar jaarlijkse haatmars. Het thema is dit jaar “Verzet tegen de EU-sovjet.” Daarmee proberen de neofascistische studenten ook hier aansluiting te zoeken bij een groeiend deel van de bevolking dat gedegouteerd is door de besparingen die de EU aan de werkende Europeanen oplegt. Door naar de EU te verwijzen als een ‘sovjet’ laat de NSV meteen zien dat ze niet begrijpen wat socialisme betekent. Een verwijzing naar de Sovjet-Unie – die op haar beurt ook zelf een monsterlijk karikatuur van socialisme was – past namelijk niet echt bij de EU zoals die vandaag bestaat. NSV spreekt zich enkel uit tegen het ‘aantasten van de soevereiniteit van de lidstaten’; niet aan de bloeddorstige besparingen die de EU aan de werkende bevolking van die lidstaten oplegt. Dat is ook niet waar fascisten zich het meest aan storen. Het is hen er uiteraard om te doen de werkende bevolkingen van de verschillende EU-lidstaten tegen elkaar op te zetten, ten dienste van het kapitaal. Dat was het werkelijke programma van het fascisme in de jaren ’30, en dat blijft het vandaag.

Linkse oppositie is beste antwoord

Zowel in Griekenland als in België – en overal elders ter wereld waar populistisch en/of extreemrechts de kop opsteekt – is het echter niet alleen de crisis die schuldig is aan een conservatieve opmars. Het gebrek aan een duidelijk links antwoord op de vraag wie de crisis moet betalen is mede oorzaak.

De enige echte manier om de strijd tegen extreemrechts aan te vatten, is door deze strijd te koppelen aan de strijd tegen het systeem dat dit soort formaties creëert. Het is op een voedingsbodem van werkloosheid en uitzichtloosheid dat racistische, seksistische, homofobe, en andere ideeën die tot doel hebben de arbeidersklasse te verdelen, kunnen teren als schimmels op een rot lichaam.

ALS en LSP stellen zich tot doel mee aan de basis te liggen van een links politiek alternatief dat de werkelijke schuldigen met de vinger wijst en ter verantwoording roept. Ten slotte kan enkel een democratisch socialistische samenleving dit soort ideeën voorgoed naar de vuilbak van de geschiedenis verwijzen. Een sterke mobilisatie naar de anti-NSV-betoging van donderdag 7 maart is een eerste stap in die richting.

Jarmo Van Regemorter

Een reactie achterlaten