De Turnhoutse stadspolitiek doet al langer aan een soap denken. Bij de verkiezingen werd de N-VA de grootste partij, maar exact een jaar later blijft daar niet veel van over. Zes van de 11 gemeenteraadsleden stappen uit de partij. De partij van De Wever behoort inmiddels ook niet langer tot de meerderheid. Op een jaar tijd zijn er dus effectief krachtige veranderingen doorgevoerd, vooral bij N-VA zelf.
De heisa binnen de Turnhoutse N-VA wordt gemakshalve afgedaan als een discussie over personaliteiten die bij gebrek aan ervaring niet met hun bevoegdheden overweg konden of die door een tomeloze ambitie met elkaar in botsing kwamen. Ongetwijfeld speelt dat inderdaad mee. Maar er is ook de achtergrond van een partij die harde besparingen wil doorvoeren maar daarbij botst met wat veel gewone Turnhoutenaren willen. De aankondiging dat het gebouw van het jeugdhuis De Wollewei zou verkocht worden om de stadskas te spijzen, leidde bijvoorbeeld tot breed gedragen protest en zelfs een betoging aan de gemeenteraad.
De N-VA kon op 14 oktober 2012 overal in het land goede scores neerzetten. Dat gebeurde vooral op basis van een ongenoegen tegenover de andere gevestigde partijen. Maar inhoudelijk staat de N-VA niet voor een breuk met het gevoerde beleid, of het zou moeten zijn dat de nieuw-vlaamse liberalen meer en harder willen besparen en liefst zoveel mogelijk op de kap van de zwaksten. Dat is een boodschap die minder populair is dan een algemene afkeer van de andere partijen.
Deze zomer werd door N-VA een bemiddelaar aangesteld om de rangen terug te sluiten na publieke verwijten en een stemming van wantrouwen in de gemeenteraad waarbij verschillende N-VA’ers hun burgemeester en schepenen niet ondersteunden. De bemiddelaar – of was het een ‘keizerlijke verkenner’ benoemd door De Wever himself? – probeerde wekenlang de plooien glad te strijken in wat wellicht de langste gemeentelijke onderhandelingen waren sinds lang. Even leek er schot in de zaak te komen toen de andere gevestigde partijen een nieuwe coalitie zonder N-VA aankondigden, maar de afkeer tegenover de anderen was niet groot genoeg om de afkeer tegenover elkaar te overbruggen.
Aangezien N-VA kant leek te kiezen voor burgemeester Brentjens, een man met een verleden in de Vlaamse nationalistische beweging, en bovendien drie dissidenten die tegen de burgemeester ingingen uit de partij zette, zat er voor de rest van de groep dissidenten weinig anders op dan buigen of barsten. Het werd een barst: zes van de 11 N-VA-gemeenteraadsleden stappen uit de partij. “N-VA nationaal moet toch echt gaan beseffen dat men vanuit Brussel niet kan dicteren wat er in de gemeenten moet gebeuren. De band tussen Brussel en het lokaal beleid is er niet en zal er ook nooit zijn als men de partijwerking niet aanpast aan wat de man in de stad of in het dorp voelt of denkt”, stelden ze in een persbericht. Ze zullen overigens blijven zetelen onder de naam ‘N-VA’ terwijl de officiële N-VA’ers dat ook zullen doen. Twee N-VA’s die elkaar bekampen, het ‘Belgische surrealisme’ slaat ook in Vlaamsnationalistische kringen toe.
Het Turnhoutse incident maakt het voor De Wever niet gemakkelijker om zijn voornemen om fundamenteel vrolijk te zijn te realiseren. Zijn N-VA wordt geconfronteerd met een offensief van de andere partijen die er alles aan doen om na de verkiezingen van 2014 vlotjes een regering zonder N-VA te vormen en een nieuwe politieke crisis te vermijden. De splitsing van de Turnhoutse N-VA zal vooral uitgespeeld worden om de onbestuurbaarheid en onbetrouwbaarheid van een N-VA-bewind te benadrukken. Tegelijk is de interne strijd binnen N-VA mee aangevoerd door het besparingsbeleid dat ook door de andere partijen wordt gevoerd. Misschien zal de nieuwe coalitie voorzichtiger optreden op dat vlak, maar waakzaamheid blijft geboden. Het gaat immers om partijen die elders of op andere niveaus niet aarzelen om eveneens een asociaal besparingsbeleid te voeren. Dat brengt meteen ook het gevaar terug van een hernieuwde vooruitgang voor populistische en extreemrechtse krachten zoals het Vlaams Belang. Zolang er geen echt alternatief komt in de vorm van een brede en massale politieke kracht die vertrekt vanuit het verzet tegen de besparingen die ons laten opdraaien voor de crisis, blijft er ruimte voor dergelijke formaties.