In de nacht van 17 op 18 september werd de linkse Griekse rapper Pavlos Fyssas vermoord door Giorgos Roupakias, een kaderlid van het fascistische Gouden Dageraad (GD). Dat dit een aanslag was door Gouden Dageraad kon gewoon niet ontkend worden. En de politie stond erbij, maar greep niet in. De moord leidde tot een schokgolf van verontwaardiging wat onder meer resulteerde in een honderdtal antifascistische betogingen over het hele land. Ook vanuit het buitenland nam de druk toe. Een dossier door KRISTOF V (Leuven).
Premier Samaras (Nea Dimokratia, de conservatieve partij) moest deze keer dus wel ingrijpen. De vastberadenheid van de regering tegen Gouden Dageraad stond in schril contrast met haar eerdere de facto gedoogbeleid. Diverse kaderleden van Gouden Dageraad werden opgepakt, huiszoekingen werden uitgevoerd, binnen de politie volgde een opkuisactie, zes van de 18 parlementairen van Gouden Dageraad verloren hun immuniteit en de partij verloor haar staatsfinanciering. Een dergelijk optreden tegen een partij in het parlement was ongezien in het Griekenland van na het kolonelsregime.
Plots raakte heel wat bewijs bekend over het karakter van de organisatie; over haar samenwerking niet alleen met de politie maar ook met dubieuze Pakistaanse handelaars, over geweld, discipline en militaire trainingen binnen de partij en zelfs over de steun vanuit het bedrijfsleven werd een en ander duidelijker (zie kader).
Het fascistische karakter van Gouden Dageraad is niet meer te ontkennen. De leiding van Gouden Dageraad wordt gerechtelijk vervolgd. Eind goed al goed! Case closed… Of toch niet?
De regering
Er waren al honderden aanvallen op vooral migranten, maar ook, in mindere mate, op homoseksuelen en politieke tegenstanders. Syriza stelt dat de regering nu pas het evidente doet na vijf moorden. Er zijn inderdaad reeds verschillende moorden op migranten gelinkt aan Gouden Dageraad. Toch schoot de regering pas nu in actie.
Voor de regering (van ND en PASOK) was Gouden Dageraad een instrument dat ze een periode heeft kunnen gebruiken, maar dat na de moord op Fyssas wat onbruikbaar geworden was. Gouden Dageraad kon immers voor de regering het vuilste werk op zich nemen, zijnde een migrantenvijandig klimaat creëren d.m.v. geweld en intimidatie op straat. De politie van haar kant liet begaan en werd ondertussen ingezet in operatie “Xenios Zeus” ,waarbij migranten zonder papieren op straat gearresteerd worden en vervolgens mogelijks gedeporteerd. Er werd een antimigratiehek geplaatst aan de Turkse grens, en asielzoekers worden in mensonwaardige condities ‘opgevangen’ (1, 2).
Binnen de ND, de grootste regeringspartij, was trouwens wel wat sympathie voor Gouden Dageraad aanwezig. Zo stelde Vyron Polydoras, een ex-minister van ND: “Natuurlijk kan een samenwerking met Gouden Dageraad. Gouden Dageraad is geen bedreiging voor de democratie.” En het was Samaras zelf die in aanloop van de verkiezingen in 2012 opriep om de steden te heroveren op de illegale migranten. Ondertussen is het populistische radicaal-rechtse LAOS ineengestort door mee in een besparingsregering te stappen en zijn verschillende kaders overgelopen naar ND. Eén daarvan is de huidige minister van gezondheidszorg, Adonis Georgiadis.
Gouden Dageraad stemde ook systematisch mee de neoliberale wetten, wat in schril contrast stond met haar imago van verdediger van de belangen van de Grieken. De partij stemde voor een vermindering van de belastingen op de reders, voor de sluiting van de publieke omroep ERT, voor privatiseringen en voor inperkingen van het stakingsrecht.
Bovendien greep de regering Gouden Dageraad aan om onder het motto “les extrêmes se touchent” ook radicaal links te discrediteren.
Maar Gouden Dageraad begon wat gevaarlijk te worden voor ND. In de peilingen steeg de partij tot 14% en de woordvoerder, Ilias Kasidiaris, wou zich kandidaat stellen voor de burgemeesterverkiezingen in Athene in mei 2014.
De moord op Fyssas zette de regering dus op twee manieren aan om in te grijpen. Enerzijds trachtte ze een verlinksing in de samenleving naar aanleiding van de moord te verhinderen en anderzijds bracht ze een electorale bedreiging ter rechterzijde terug onder haar controle. Wanneer het haar goed uitkomt en de condities het toelaten zal de elite niet aarzelen om opnieuw het wapen van het fascisme in te zetten, al dan niet onder een andere naam. Gesterkt met het zelfvertrouwen gewonnen uit het optreden tegen Gouden Dageraad zou de regering nu trouwens ook kunnen overgaan tot een intensifiëring van de aanvallen op delen van links.
In die zin komt de moord op twee leden van Gouden Dageraad de regering Samaras bijzonder goed uit. De theorie van de twee uitersten wordt hiermee bevestigd. Om te vermijden dat het land in totale chaos verzinkt, is het dus toch beter om op ND te stemmen, zal de boodschap zijn. De succesvolle antifascistische campagnes en de antifascistische mood van de afgelopen zes weken worden door de dubbele moord doorkruist. Het vizier kan nu op links gericht worden, terwijl Gouden Dageraad de gelegenheid krijgt om terug recht te krabbelen. De regering heeft immers betere banden met de fascisten dan met radicaal links. Bovendien leidt deze moord de aandacht af van de besparingsmaatregelen. Zowel Gouden Dageraad als de regering worden dus versterkt door deze aanslag. Individuele terreuracties zoals deze dubbele moord schaden de antifascisme strijd dus enorm.
Ondertussen gaan de besparingen en privatiseringen door en wordt de situatie voor de meeste Grieken met de dag uitzichtlozer. Nog steeds haalt Gouden Dageraad 6,8% in de peilingen, wat zo ongeveer haar score was bij de laatste verkiezingen. De partij zelf is niet verboden, enkel individuen van de partij zijn in verdenking gesteld van onder meer lidmaatschap van een criminele organisatie, afpersing en witwassen van geld. De partij is wel haar staatsfinanciering kwijt, maar kan, voorlopig toch, blijven bestaan. De afkeer voor de zogenaamde centrumpartijen (ND en PASOK) is niet meer dan normaal. Ze nemen alles af van de Griekse bevolking: hun job, hun huis, hun (sociale) zekerheden, hun vreugdes, hun dromen,…
Het is dan ook de verantwoordelijkheid van links om een geloofwaardig alternatief aan te bieden. Zoniet dreigen grotere lagen van de bevolking in de armen van het fascisme geduwd te worden. Helaas neemt noch de KKE, noch Syriza haar verantwoordelijkheid. Antarsya, de grootste buitenparlementaire antikapitalistische formatie, maakt een aantal fouten.
Syriza
De voornaamste kracht ter linkerzijde is overduidelijk Syriza, die in de peilingen wedijvert met ND voor de titel van grootste partij. Ondanks haar enorme potentieel neemt de leiding niet haar verantwoordelijkheid in de strijd tegen het fascisme en haar voedingsbodem, de besparingen en privatiseringen.
Radicale eisen overboord
Naar aanloop van de verkiezingen schoof Syriza een vrij radicaal programma naar voor, waarin opgeroepen werd voor een nationalisatie van onder meer de bankensector, nutsvoorzieningen en ziekenhuizen, een uittreden uit de NAVO en het afschaffen van heel wat privileges van de elite. Daar blijft nu nog maar weinig van over.
Sinds de verkiezingen in juni 2012 gooit de leiding de radicale eisen overboord. Deze worden immers als belast beschouwd voor verdere electorale groei. De leiding wil zich nu in de eerste plaats voordoen als een geloofwaardige regeringspartner. Van nationalisatie e.d. is al lang geen sprake meer en de leiding hanteert in toenemende mate een vage, weinigzeggende retoriek.
Begin dit jaar hield Tsipras een charmeoffensief in de VS om de internationale geloofwaardigheid van de partij te verbeteren. Hij benadrukte bij hooggeplaatste functionarissen dat er niets is om bang voor te zijn indien Syriza aan de macht komt. Ook de New York Times stelde na een interview met Tsipras in juni: “Als hij slaagt, zal er niets essentieels voor de VS veranderen”.
De voorzitter van de federatie van Griekse Industrieën, Daskalopoulos, lijkt het goed met Tsipras te kunnen vinden. Hij sprak reeds eerder zijn bewondering uit voor de persoon Tsipras, liet hem spreken op het laatste jaarlijkse congres van de werkgeversfederatie, waar Daskalopoulos opriep om Syriza “niet te demoniseren”. Bovendien stelde Daskalopoulos in een brief aan Tsipras de evolutie van Syriza naar een eengemaakte partij te verwelkomen.
Begin september verscheen Tsipras op een betoging in Thessaloniki met een hemd van het exclusieve merk Burberry met een prijskaartje van naar schatting 250€, wat niet meteen het beste signaal naar het sterk verarmde kiespubliek is, maar misschien wel past in zijn charmeoffensief naar ‘boven’.
Tot de linkse oppositie behoort ook Manolis Glezos, een linkse 91-jarige politicus en schrijver die vooral bekend is omwille van zijn deelname in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Volgens hem heeft Syriza geen overtuigende antwoorden. Glezos neemt geen afstand van Syriza, maar wel van hen die Syriza willen omvormen tot een monolithische partij.
Syriza tegen fascisme
Fascisme moet in de eerste plaats via de bestaande structuren bestreden worden. Politie en gerecht moeten hun werk doen. Voor de rest blijft het bij vage oproepen om fascisme politiek, moreel en ideologisch te isoleren. Hoe dit concreet vertaald moet worden blijft een groot vraagteken. Initiatieven van de leiding om de basis te betrekken en te organiseren blijven in elk geval afwezig. “Laat politiek maar over aan de ernstige mensen” lijkt hun boodschap te zijn.
Op 25 september, een week na de moord op Pavlos, verzamelden meer dan 10.000 antifascisten (50.000 volgens sommige bronnen) op het Syntagmaplein in Athene. Van daaruit vertrok een mars naar het hoofdkwartier van Gouden Dageraad. Het was de grootste antifascistische betoging in tientallen jaren, ondanks de leiding van Syriza die probeerde op de rem te staan. Initieel was Syriza een van de ondertekenaars van de oproep, maar de leiding dacht er anders over. “Dit is een provocatie”. Het Syriza-logo verdween van de affiches… Toen de stoet vertrokken was, bleef de Syriza-leiding achter op het Syntagmaplein, met naast haar o.a. de uitgespuwde PASOK en haar voormalige verbrande regeringspartner DIMAR.
Een deel van Syriza-basis bleef dan nog liever thuis, terwijl een ander niet onbelangrijk deel gewoon mee stapte, tegen de orders van de leiding in. Er zijn voorbeelden van kaders binnen de Syriza-jeugd die actief zijn binnen de antifascistische comités en die ondanks de orders van hogerhand toch bleven mobiliseren naar de mars. Binnen Syriza is er dus een verzet tegen de koers van de leiding.
Dit werd ook duidelijk op het congres van Syriza in juni, waar een verdiepende interne polarisering duidelijk werd. Enerzijds slaagde de leiding er wel in om de macht naar zich toe te trekken, maar anderzijds was er een toegenomen steun voor het Linkse Platform, de linkse oppositie binnen Syriza (van 25% naar 30%).
Conclusie
De strijd binnen Syriza is dus nog niet gestreden. In het meest optimistische geval is er nog veel werk aan de winkel om de partij tot instrument te maken ter bestrijding van fascisme en haar voedingsbodem. Het initiële enthousiasme voor de partij is ondertussen gaan liggen. Syriza lijkt voor velen meer en meer op een traditionele partij en is niet in staat perspectief te bieden. Diegenen die zich aan de basis willen inzetten raken vaak ontmoedigd; de leiding weigert niet alleen om initiatieven van onderuit te stimuleren, te steunen en te organiseren, maar gaat soms zelfs zo ver om op de rem te gaan staan.
KKE
De KKE, de Griekse communistische partij, is een partij die in het verleden een enorme autoriteit wist op te bouwen; onder meer tijdens de Tweede Wereldoorlog, de daaropvolgende burgeroorlog en tijdens het kolonelsregime.
Afkalvende steun
Vandaag de dag is het een partij in verval, ondanks de radicalisering in de Griekse samenleving. Dagelijks verlaten tientallen leden de KKE. In de laatste verkiezingen strandde ze op 4,5% van de stemmen en de meest recente peilingen geven een gelijkaardig beeld.
In tegenstelling tot veel andere communistische partijen in Europa is de KKE steeds stalinistisch gebleven, wat resulteert in een archaïsch aandoende retoriek en in beslissingen waar weinigen zich in kunnen vinden. Met de dood van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong Il, stuurde de KKE bijvoorbeeld nog een bericht van medeleven naar de Koreaanse Arbeiderspartij, en betuigde ze tevens haar solidariteit met het regime. Ze beschouwt Noord-Korea als een socialistische staat met een aantal problemen zoals nepotisme.
Ook binnen de KKE is er oppositie, hoewel dit zoveel als mogelijk binnenskamers gehouden wordt. Naar aanloop van hun 19e congres in april was er een fase van publieke dialoog, waarbij 1/3 van de brieven gericht was tegen de leiding met als voornaamste kritiek het isolement van de KKE, dat voortkomt uit hun sectarisme. Desondanks eindigde het congres na drie i.p.v. de geplande vier dagen. “Er was geen vierde dag nodig”, zo werd gesteld. Wat er op dit gesloten congres gezegd werd, is moeilijk na te gaan. Maar ondanks de sterke oppositie in aanloop naar het congres werd niemand die kritiek heeft durven uiten verkozen. De oppositie werd simpelweg de mond gesnoerd.
Strijd tegen fascisme
Ook fenomenen zoals Gouden Dageraad zijn gewoon niet te verklaren vanuit een stalinistisch denkkader, laat staan dat ze het adequaat bestrijden. Dit leidt ook hier tot onwaarschijnlijke taferelen die doen denken aan de jaren ’30 van de vorige eeuw.
Begin 2012 verwelkomde een vakbondsleider van PAME, de KKE-vakbond, de woordvoerder van Gouden Dageraad, Kasidiaris, op een piket en gaf hem de microfoon. De leiding van KKE en PAME hebben dit nooit openlijk afgekeurd.
Een paar dagen voor de moord op Fyssas vielen een vijftigtal aanhangers van Gouden Dageraad in Perama een dertigtal KKE-ers aan die affiches aan het plakken waren. Acht KKE’ers belandden in het ziekenhuis. De KKE beschouwde Gouden Dageraad als een marginaal fenomeen dat het best doodgezwegen werd. Alle media hadden het de volgende dag over deze aanval… behalve die van de KKE.
Sectarisme is stalinisten nooit vreemd geweest. Systematisch houden ze hun eigen acties zoals betogingen, waarbij geweigerd wordt samen te werken met andere krachten, wat uiteraard leidt tot een verzwakking door verdeelde slagorde. Zelfs op de dag van de massale mars van het Syntagmaplein naar het hoofdkwartier van Gouden Dageraad (25/09) hield de KKE haar eigen concert, eveneens op het Syntagmeplein, maar wel een paar uur vroeger.
De dag na de aanval op haar leden in Perama heerste naar verluidt een vreemde atmosfeer in de KKE gebouwen. Er heerste een shock. Dit kon toch niet echt gebeurd zijn? Er klopte iets niets! Een paar dagen later, de dag na de moord op Fyssas, liep de KKE uitzonderlijk mee met de antifascistische betoging. Weliswaar niet in, maar naast de betoging. Aarzelend gaf een KKE parlementslid toe dat een antifascistisch front nodig was. Deze toenadering was een welkome evolutie die helaas na drie dagen herroepen werd. Terug naar het oude, vertrouwde sectarisme…
Had de KKE na de aanval op haar leden opgeroepen tot een eenheidsfront tegen het fascisme, dan leefde Pavlos allicht nog. Maar ze deed niets, wat een duidelijk signaal was. Gouden Dageraad controleert de straten. Want als zelfs de KKE met 30 man geen campagne meer kan voeren, wie kan het dan wel nog?
Conclusie
De houding van de KKE-leiding, die vastzit in een versteende ideologie, is tragisch. Dat ze ondanks alles toch nog een zekere aanhang heeft, heeft alles te maken met het gebrek aan alternatieven. Indien Syriza echt een instrument voor en door de Griekse werkende klasse was, waarbij ze een perspectief bood aan de bevolking en deze betrok en organiseerde dan spraken we allicht enkel nog over de KKE in de verleden tijd.
Antarsya
Antarsya werd in 2009 gesticht door diverse organisaties en onafhankelijken. Het is de grootste buitenparlementaraire linkse groepering. Er zijn vier grote stromingen; één ervan is de SWP die zich beroept op het trotskisme terwijl overige eerder stalinistisch/maoïstisch zijn. Die laatste drie zijn dus net zoals de KKE niet echt in staat het fascisme te begrijpen. De SWP is dan ook de leidende kracht van Keerfa, de antifascistische campagne van Antarsya, terwijl de andere stromingen mee op de kar springen.
Antarsya heeft dus ook wat sectaire invloeden, wat een hindernis is bij samenwerking met andere organisaties. Meestal wordt samenwerking ofwel geweigerd ofwel gedomineerd door Antarsya. Pamfletten, die toch een neerslag zijn van de politieke benadering, zouden veelal reeds klaarliggen, zonder inspraak van de andere organisaties.
Haar moraliserende aanpak leidt bovendien tot erg vage en wollige eisen. Dit zet de deur open om zelfs reactionaire imams een vrije micro te geven en ontkent de reële problemen waar wijkbewoners mee geconfronteerd kunnen worden bij bijvoorbeeld een sterke instroom van verarmde, wanhopige migranten. De moraliserende aanpak gaat eveneens voorbij aan de noodzaak van organisatie om aan de concrete noden van de bevolking te beantwoorden en om zich te verzetten tegen fascisme en kapitalisme. Daardoor gaat Antarsya helaas niet verder dan meetings en betogingen. Gouden Dageraad was in staat om zich via liefdadigheid zoals voedseluitdelingen sterk te profileren. Dit moet beantwoord worden met het organiseren van concrete solidariteit.
De antifascistische comités
Antinazi ZoneAntinazi zone is een initiatief van Xekinima, de Griekse sectie van het CWI. Alle berichten, initiatieven, etc. die passen in de geest van een eenheidsfront tegen fascisme worden er gegroepeerd. De inhoud wordt overgeneomen van linkse bloggers, reporters, etc. en gaat dus veel ruimer dan enkel Xekinima. |
Verspreid over heel Griekenland zijn er ondertussen een 80-tal antifascistische comités opgericht. De 12 maand voorafgaand aan de moord op Fyssas was Gouden Dageraad in het offensief. Waarbij ze openlijk geweld gebruikt tegen migranten, homoseksuelen en zelfs politieke tegenstanders. Gouden Dageraad was in de mode en haalde in de peilingen een aanzienlijke steun. Zowat alle private zenders nodigden Gouden Dageraad uit en schilderden de partij af als salonfähig. Ook op scholen kreeg Gouden Dageraad meer en meer invloed. Sinds de moord op Fyssas is het politieke klimaat gekeerd en hebben de antifascistische comités de wind in de zeilen.
Meestal zijn dit initiatieven van leden van Antarsyia of Syriza, dikwijls tegen de zin van hun leiding. Maar ook andere organisaties zoals Xekinima (CWI Griekenland) leiden antifascistische comités. Daarnaast participeren ook onafhankelijken en serieuzere anarchisten die de noodzaak van een eenheidsfront inzien. Hoewel samenwerking tussen linkse organisaties vaak een pijnpunt is verloopt de samenwerking in de comités relatief soepel. Ook het begrip van fascisme is bij deze basismilitanten beter dan bij hun leiding.
Dat deze comités tot veel in staat zijn, ondanks de zeer beperkte middelen, werd onder meer aangetoond met de mars in Athene op het hoofdkwartier van Gouden Dageraad op 25 september. De grootste antifascistische mars in tientallen jaren werd georganiseerd zonder steun van de leiding van Syriza en KKE.
In die zin kunnen deze comités in de toekomst mogelijks een belangrijke rol beginnen te spelen bij de ontwikkeling van organisaties voor en van de Griekse bevolking in de strijd tegen zowel fascisme als kapitalisme. Andere elementen die hier een rol in kunnen spelen zijn de bedrijven in zelfbeheer, met name Vio.me en de publieke omroep ERT.
Toch is er nog een lange weg af te leggen. Op dit moment trachten verschillende lokale antifascistische comités samen te werken op regionale basis, waarbij er overkoepelende coördinatiecomités opgezet worden. Zo groeit er samenwerking tussen bijvoorbeeld de comités in Larissa, Volos en Trikala en tussen de comités in Athene en Pireus. Ook de basis moet verder versterkt worden.
Daartoe worden betogingen en meetings georganiseerd. Maar ook actieve solidariteit is nodig, wat in veel comités vandaag nog afwezig is. Dergelijke solidariteit kan d.m.v. onder meer volkskeukens en het organiseren van uitwisselingen van kledij, boeken, speelgoed, etc. Dit geeft niet enkel concrete hulp aan de bevolking, maar brengt hen ook samen en biedt de mogelijkheid om te problemen in de wijk te bespreken, om de fascistische retoriek te doorprikken, om mensen te betrekken en te organiseren in de strijd voor betere levensomstandigheden.
Dit alles is geen makkelijke taak gezien de zeer beperkte middelen en bovendien dreigt de deze opbouw doorkruist te worden door de recente moord op twee leden van Gouden Dageraad, wat zowel door de regering als de fascisten zal gebruikt worden om zich te versterken.
Conclusie
De strijd tegen fascisme en haar voedingsbodem is dus nog niet gestreden. Het enorm rijke verleden van Griekenland op het vlak van verzet en strijd tegen fascisme en voor betere levensvoorwaarden contrasteert sterk met de huidige sitatie ter linkerzijde, die voor een groot stuk terug te brengen is tot de rol van haar leiding. De strijd tegen fascisme is dus niet alleen een strijd tegen haar voedingsbodem, zijnde het kapitalisme, maar ook een strijd voor democratische organen waarin brede lagen van de bevolking betrokken worden.
De dynamiek die ontstond uit de verontwaardiging op de moord op Fyssas wordt nu doorkruist door de dubbele moord op twee leden van Gouden Dageraad, wat zowel de fascisten als de regering zal versterken.
De sectie over de antifascistische comités is grotendeels gebaseerd op persoonlijke ervaringen in Thessaloniki, Volos en Perama.
Een aantal onthullingen over Gouden Dageraad.
Gouden Dageraad zamelde voedsel en kledij in voor Grieken. Dit werd vervolgens doorgegeven aan Pakistanen die het verkochten in hun straatbazaars om vervolgens het grootste deel van de opbrengst aan Gouden Dageraad te geven. Gouden Dageraad beschermde hen zelfs.
Naar eigen zeggen zeggen zijn ze geen fascisten. Bij een huiszoeking bij de nummer twee van de partij, Christos Pappas, trof de politie er nochtans een
klein nazimuseum aan.
De financiering van de partij was altijd gehuld in vraagtekens. Geruchten deden de ronde dat ze financieel gesteund werd door Griekse reders. Bij een politieinval bij de voortvluchtige reder Anastasios Pallis vond de politie niet alleen een nazimuseum, maar ook heel wat wapens. De politie vermoedt dat hij Gouden Dageraad steunde. Pallis is ook een grote aandeelhouder van Proto Thema, een krant die bekend stond voor zijn bijzonder kritiekloze berichtgeving over Gouden Dageraad. In het huis van de partijleider Michaloliakos vond de politie naast een Hitlerschrijn ook 43.000 € waarvan de herkomst onbekend is.
Uit getuigenissen van ex-leden blijkt dat de partij niet enkel naar buiten toe bijzonder gewelddadig is, maar ook binnen de eigen partij werden leden die kritiek durfden te uiten genadeloos afgeranseld. Mensen die de partij verlieten of wilden verlaten werden geïntimideerd.
Verder blijkt uit de getuigenissen dat leden van de partij een militaire training kregen van soldaten, waarbij echte wapens gebruikt werden. Bij politie-invallen werd de partij tijdig verwittigd zodat eventueel bewijsmateriaal verhuisd kon worden.