De Europese fractievorming van Marine Le Pen zal er mogelijk niet gemakkelijker op worden nu één van haar Franse verkozenen in dat Europees Parlement opmerkelijke uitspraken deed. Het gaat om haar eigen vader die eens te meer vergoelijkend sprak over de misdaden van de nazi’s. Als reactie op kritieken van voormalig tenniskampioen Yannick Noah en de zanger Patrick Bruel stelde Le Pen in een interview dat voor de FN-website bedoeld was: “we zullen volgende keer een baksel voor hem maken”, waarmee werd verwezen naar de verbrandingsovens in de concentratiekampen van de nazi’s. Eerder raakte Le Pen in opspraak toen hij stelde dat het dodelijke ebola-virus een antwoord kan bieden op de migratie.
De 86-jarige Jean-Marie Le Pen mag dan wel niet meer aan het hoofd van het Front National staan, hij blijft wel genieten van een riant inkomen als Europarlementslid. In dat Europees Parlement probeert zijn dochter Marine een fractie te vormen met onder meer Geert Wilders uit Nederland. Er zijn nog twee extra partners nodig om tot een fractie te komen, hiervoor zijn immers verkozenen uit 7 landen vereist. Voor potentiële nieuwe partners kunnen de uitspraken van Le Pen een probleem vormen, tenzij het FN toch bereid is om in zee te gaan met de neonazi’s.
Nu de Deense Volkspartij en de Finse Partij (opvolger van de Ware Finnen) net zoals wellicht het Duitse AfD in zee gaan met de Britse conservatieven en niet met de rechtse populisten van de UKIP zal de druk op diverse extreemrechtse formaties nog groter zijn. Het is immers niet zeker dat de fractie rond UKIP aan voldoende partners komt om een officiële fractie te vormen. Wilders liet al weten dat hij niet gediend was met de uitspraken van Jean-Marie Le Pen, het extreemrechtse SD uit Zweden liep eerder al over naar de fractie rond UKIP omwille van de druk wegens het aangebrande karakter van het Front National.
Met zijn uitspraken is Le Pen senior niet aan zijn proefstuk toe. Het is overigens opmerkelijk dat hij nu naar de verbrandingsovens verwijst. Eerder trok hij het bestaan van de gaskamers in twijfel. In 1987 bijvoorbeeld verklaarde hij: “Ik zeg niet dat de gaskamers niet bestaan hebben. Ik heb ze zelf niet gezien. Ik heb de vraag niet specifiek bestudeerd. Maar ik geloof dat het maar een detail is in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog.” Tien jaar later herhaalde hij dit op een persconferentie van het Duitse Republikaner: “Als je een duizend pagina’s tellend boek rond de Tweede Wereldoorlog neemt, nemen de concentratiekampen er slechts twee pagina’s van in en de gaskamers 10 tot 15 regels. Dit noemt men een detail.” Dat hij zich bewust is van de Joodse afkomst van Patrick Bruel was eerder al duidelijk. Toen Patrick Bruel midden jaren 1990 verklaarde dat hij niet meer in Toulon wilde optreden omdat daar een burgemeester van het FN was verkozen, haalde Le Pen uit naar “de zanger Benguigui”, een verwijzing naar de Joodse naam van Bruel. Erg onschuldig is de nieuwe opmerking van Le Pen dus niet.
Niet alleen meent Le Pen senior dat de concentratiekampen een detail in de geschiedenis waren, ook de Duitse bezetting van Frankrijk vond hij “niet zo onmenselijk” en de Gestapo kwam enkel tussen om “bloedbaden te vermijden.” Le Pen is politiek opgegroeid in kringen van voormalige nazi-collaborateurs. Begin jaren 1950 stond hij aan het hoofd van de ordedienst van Jacques Isorno die onder meer actief was als advocaat van maarschalk Pétain die aan het hoofd stond van het collaborerende Vichy-regime in Frankrijk. In 1965 en 1968 werd Le Pen veroordeeld omdat hij een uitgeverij had die toespraken van Hitler uitgaf en verdeelde. Le Pen nam zelf deel aan militaire operaties in Indochina (het later Vietnam) en Algerije waar het Franse leger massaslachtingen aanrichtte. Over zijn eigen rol verklaarde Le Pen in 1962: “Ik heb gemarteld omdat het nodig was.” Le Pen vond dit nodig omdat een nederlaag een signaal zou zijn voor de “barbaren”. De onderdrukking van de Algerijnen was volgens hem deels “biologisch bepaald”.
Begin jaren 1970 werd het Front National opgezet door verschillende extreemrechtse groepen bijeen te brengen. De belangrijkste kracht daarin was de ‘Ordre Nouveau’ dat bekend stond als een erg gewelddadige groep. Begin jaren 1980 kon het FN de eerste electorale doorbraken maken, onder meer omdat de gevestigde partijen – zowel de sociaaldemocratie als de rechterzijde – dit mogelijk maakten in een poging om via een versterkte extreme rechterzijde de ontwikkeling van een radicaliserende linkerzijde te stoppen. In 1986 scoorde het FN 10% en tegen midden jaren 1990 vielen enkele gemeenten in het zuiden van Frankrijk in handen van het FN. In 2002 kende Jean-Marie Le Pen zijn electoraal hoogtepunt toen hij naar de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen kon doorstoten. Hierna ging het bergaf, onder meer omdat de nadruk in de samenleving eerder lag op collectieve strijd tegen het neoliberale beleid. De illusie dat ‘deftig rechts’ in de vorm van Sarkozy een electoraal antwoord op het FN kon bieden, werd doorprikt. Het maakte de ideeën van het FN enkel meer aanvaardbaar. De ontgoocheling in het asociale beleid van Sarkozy maakte een electorale terugkeer van het ‘vernieuwde’ FN onder leiding van Marine Le Pen mogelijk.
Met die ‘vernieuwing’ heeft Jean-Marie Le Pen het overigens moeilijk. Hij stelde dat hij als “man van het volk” niet zo “kleinburgerlijk” is als zijn dochter. Dat Marine Le Pen het FN aanvaardbaar probeert te maken, heeft volgens vader Le Pen ook negatieve kantjes. “Zo verdwenen de vele moedige en dynamische militanten die zich laten opmerken omdat ze een kaal geschoren kop hebben,” verklaarde hij hierover.
Dat het Front National een aangebrande figuur als Jean-Marie Le Pen nog steeds naar het Europees Parlement stuurt en het filmpje met de schandalige uitspraak aanvankelijk zelf publiceerde om het pas na publieke kritiek te verwijderen, geeft aan dat de oude neofascisten die het FN uitgebouwd hebben nog steeds een belangrijke rol spelen in die partij. De pogingen van Marine Le Pen om de partij aanvaardbaarder te maken zijn vooral op de buitenwereld gericht. Intern blijven de oude krokodillen hun postjes innemen en blijft het goedpraten van de misdaden door de nazi’s aanvaardbaar.
Het FN trekt veel kiezers aan die ontgoocheld zijn in de gevestigde partijen. Als de arbeidersbeweging geen eigen offensieve alternatieven uitbouwt, is er ruimte voor extreemrechts. Het beste antwoord dat we de familie Le Pen en co kunnen bieden, is de uitbouw van een sterk antifascistisch verzet dat op de arbeidersbeweging geënt is waarbij de strijd tegen extreemrechts wordt gekoppeld aan een strijd tegen het besparingsbeleid en waarbij we dit zowel syndicaal als politiek degelijk organiseren op basis van een brede betrokkenheid en een radicaal programma van socialistische maatschappijverandering. Zo kunnen we ervoor zorgen dat Le Pen zelf een detail in de geschiedenis wordt.
Meer over de geschiedenis van het FN: archiefartikel uit 2004