Charlie Hebdo. Slachtoffer van opbod tussen reactionaire krachten

Protest in Parijs
Protest in Parijs

De aanslag op Charlie Hebdo getuigt van een ongekende brutaliteit en leidde tot verontwaardiging en woede die zich niet tot Frankrijk beperkten. Er waren tientallen spontane bijeenkomsten in tal van steden in Frankrijk, België en elders. Het geweld van deze aanslag zorgde voor een schokgolf die nog niet volledig kan ingeschat worden, maar die wel niet zomaar zal verdwijnen.

Artikel door Jean (Luxemburg)

Elke aanval op onze vrije meningsuiting is een aanval op onze fundamentele rechten: individuele vrijheden, politieke rechten, syndicale rechten, … Die rechten bestaan niet enkel omwille van de wetten en de ‘democratische’ instellingen. Ze werden afgedwongen door mannen en vrouwen die ook nu nog elke dag de verdediging ervan opnemen. Het gaat om syndicalisten, militanten, maar ook journalisten en kunstenaars. De aanslag op Charlie Hebdo is ook een aanval tegen al deze mensen.

De vrije meningsuiting die we vandaag kennen is relatief omdat er natuurlijk geen echte vrijheid is indien rijke mediamagnaten 90% van de middelen om die mening te uiten op de ‘markt’ van de media controleren. Uiteraard maken ze daar gebruik van om hun ideologie op te leggen. Maar zelfs deze beperkte democratische rechten werden afgedwongen door strijd van de arbeidersbeweging. Het recht om ons te organiseren, het recht om collectieve acties te houden of nog het recht om onze mening naar voor te brengen.

We moeten ons mobiliseren om onze rechten te verdedigen tegen al wie ze in de kiem wil smoren. In deze strijd mogen we ons niet van vijand vergissen. En we moeten ook oppassen voor valse vrienden. Dit verdient enige uitleg.

Er worden al grote amalgamen naar voor gebracht vanuit rechtse en extreemrechtse kringen. Ze hebben het over “islamitische terroristen” en hebben het vervolgens over de “islamisering” van Frankrijk. Een volledige gemeenschap wordt gelijkgesteld met een handvol criminele fundamentalisten. Dat is wel heel kort door de bocht. Het is gemakkelijk omdat het terrein zorgvuldig voorbereid is door allerhande duistere schrijvers en denkers die eerder voor de zelfmoord van het denken en de afbouw van de menselijke waarden staan. Ook waren er nieuwsberichten die de islamofobie verder aanwakkerden, als teken voor de storm die zou komen.

Tegenover diegenen bij wie de anti-moslimretoriek ingang vindt, moeten we om te beginnen twee eenvoudige feiten in herinnering brengen.
1. Een overgrote meerderheid van de slachtoffers van terreur door islamfundamentalisten zijn zelf moslims;
2. Deze fundamentalisten hebben geen monopolie op terreur. De afgelopen decennia werden aanslagen op kranten vooral verricht door extreemrechts, van katholieke fundamentalisten tot tegenstanders van de Algerijnse onafhankelijkheid in Frankrijk. In 2011 vielen tientallen Noorse jongeren onder de kogels van een rechtse en islamofobe extremist. Er kunnen tal van dergelijke voorbeelden gegeven worden.

Maar het komt er uiteraard niet op aan om een ranglijst van doden op te stellen. Het komt er nu op aan jongeren en werkenden te mobiliseren voor de vrije meningsuiting, tegen elke vorm van terreur, tegen racisme en tegen discriminatie. We mogen het terrein niet overlaten aan extreemrechts en andere rechtse reactionairen. Een zin in de eerste verklaring van onze Franse zusterorganisatie Gauche Révolutionnaire zou kunnen geïnterpreteerd worden alsof ze denkt dat de Republikeinse betogingen toebehoren aan rechts en extreemrechts. Dat was niet de bedoeling. Gauche Révolutionnaire kwam trouwens in Rouen tussen in de beweging met eigen pamfletten die zeer positief onthaald werden, maar staat er wel op om met eigen standpunten van de arbeidersbeweging tussen te komen en zich niet zomaar achter een ‘republikeinse eenheid’ te scharen.

Dat is belangrijk want de afgelopen maanden is er een duidelijk islamofoob klimaat ontwikkeld in Frankrijk, maar ook in Duitsland. Onze regeringen dragen daar een deel van de verantwoordelijkheid voor. We mogen ons niet laten verdelen.

Om dergelijke drama’s te vermijden moeten de vakbonden, organisaties van de arbeidersbeweging en verenigingen oproepen tot acties die hulde brengen aan de slachtoffers bij Charlie Hebdo en dit op hun eigen basis: voor de eenheid van werkenden, jongeren en de overgrote meerderheid van de bevolking los van afkomst of geloofsovertuiging, voor vrije meningsuiting, tegen alle reactionairen en terroristen, tegen racisme en tegen het imperialistische beleid dat leidt tot een versterking van sectaire verdeeldheid, onverdraagzaamheid en obscurantisme.