Het extreemrechtse Front National (FN) haalde een enorme score in de eerste ronde van de regionale verkiezingen in Frankrijk afgelopen weekend. Het FN werd de grootste partij in bijna de helft van de regio’s. Partijleider Marine Le Pen haalde meer dan 40% in de grote en arme regio Nord-Pas de Calais-Picardie.
Artikel door Clare Doyle
Het resultaat is schokkend, maar geen complete verrassing. Het is ook niet enkel toe te schrijven aan de sfeer na de vreselijke aanslagen in Parijs op 13 november. Dat zou meegespeeld hebben voor slechts één tot twee procent van het hogere resultaat van de partij.
De steun voor het FN nam al langer toe sinds Marine Le Pen in 2011 voorzitter werd. Ze nam een meer populistische houding in vergeleken met haar vader Jean-Marie, die openlijker het fascisme verdedigde. Met meer dan 28% voor het FN scoort de partij meer dan dubbel zoveel als de 13,6% in de laatste parlementsverkiezingen van 2012. Door het Franse kiesstelsel heeft de partij voorlopig slechts twee verkozenen in het nationale parlement.
Voor de tweede ronde komende zondag wordt verwacht dat het FN het kan halen in minstens twee regio’s, in de voormalige industriële regio van Nord Pas de Calais en in de rijkere zuidelijke regio waar de meer extreme Marion Maréchal-Le Pen de lijst trekt. Het FN is uitdrukkelijk racistisch, maar beweert toch niet tegen migranten te zijn… voor zover die Frans zijn en de Franse tradities respecteren. Het FN is tegen de Europese Unie en verklaart voorstander te zijn van huisvesting en jobs voor de Fransen.
Het FN haalde stemmen bij zowel de heersende PS als de traditionele rechterzijde van Sarkozy, de Parti Républicain (PR) zoals de vroegere UMP nu heet. Ondanks een grotere persoonlijke populariteit van president Hollande, verloor zijn partij afgelopen zondag fors. De PS heeft zich in twee regio’s teruggetrokken voor de tweede ronde. Daar stelt de PS een ‘grote coalitie’ voor met de traditionele rechterzijde om te vermijden dat het FN aan de macht komt. Hetzelfde voorstel zal ongetwijfeld opduiken in de presidentsverkiezingen van 2017. Er wordt gevreesd dat het FN dan nogmaals een hoog stemmenaantal zal behalen.
De Republikeinen verklaarden zich tegenstander van zo’n akkoord, ze vrezen een verder verlies aan steun door zich te associëren met de door crisis gekenmerkte regering van Hollande en Valls. Dat de twee gevestigde partijen na de aanslagen van Parijs erg repressieve en nationalistische voorstellen deden, beperkte nochtans de ruimte voor het FN om nog forser uit de hoek te komen.
Het resultaat voor het FN is deels een proteststem. Bij gebrek aan linkse krachten met een coherent alternatief op de besparingen en het jobverlies, kan het FN het protest naar zich toe trekken. Onder diegenen die zich als links omschrijven, was de opkomst erg beperkt. Tot 47% ging niet stemmen. Dat de ‘communisten’ van de PCF de beslissingen van de regering steunen, deed hen geen goed. Het maakt dat de PCF niet gezien wordt als ernstige oppositie van de werkenden en jongeren. Marine Le Pen probeert zich op te werpen als iemand die de werkenden verdedigt, ook al spreekt ze zich uit tegen arbeidersstrijd en stelde ze dat de arbeiders van Air France ‘hooligans’ zijn. Om nationalistische redenen steunt het FN de nationalisatie van openbaar vervoer.
Het grootste gevaar in de huidige ontwikkeling is dat het FN in staat kan zijn om de electorale steun te consolideren.
Arbeidersstrijd
De belangrijke vakbondsfederatie CGT, verbonden met de PCF, moest onder druk van onderuit ingaan tegen een verlenging van de noodtoestand en het betogingsverbod na de aanslagen in Parijs. Verkozenen van de PCF steunden de verlenging van de noodtoestand in het parlement. De leden van de CGT zagen daarin een eenzijdig bestand in de strijd met de patroons en de regering die hun aanvallen wel doorzetten. De vakbondsleiders riepen op tot een nationale actiedag afgelopen woensdag om te protesteren tegen de afdankingen bij Air France en tegen de aanvallen op de vakbondsrechten en voorwaarden op de werkvloer.
Er is een grote woede die zich opbouwt onder werkenden en jongeren. Dit kan op elk ogenblik tot uitbarsting komen. Er kunnen protestacties van jongeren komen tegen het succes van het FN en tegelijk zijn syndicale acties tegen de patronale arrogantie mogelijk. Het resultaat van afgelopen zondag en de lage opkomst onder werkenden en jongeren (38%) is een veroordeling van het falen van de gevestigde ‘linkse’ en ‘rechtse’ partijen om antwoorden te bieden op de problemen van de gewone bevolking. Onder diegenen die zich als links zien, ging 47% niet stemmen. Enkel de oudere generatie, de gepensioneerden, ging massaal stemmen met een opkomst van 67%.
Het Links Front (Front de Gauche), van de Parti de Gauche van Mélenchon, de PCF, een aantal ecologisten en anderen, deed het niet goed. Het Links Front vormde geen coherente oppositie tegen het regeringsbeleid op nationaal of lokaal vlak. Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, heeft consistent gepleit voor een massale campagne tegen besparingen, afdankingen en racisme om het FN te stoppen. Extreemrechts heeft elementen van links en van rechts genomen om te groeien. De arbeidersbeweging moet het ‘traditionele’ programma van strijd en socialisme terug opnemen.